de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 11 april 2006 (pagina 17)
Biss en Andsnes even eminente Beethoven-vertolkers
Beethoven en Janacek door Jonathan Biss. 8 april, Concertgebouw, Amsterdam. Schumann, Beethoven en Moesorgski, door Leif Ove Andsnes. 9 april, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 7 mei, 20 uur.
Beethoven heeft zoals iedere grote componist vele gezichten, maar om die werkelijk zichtbaar te maken is
er wel een goede spiegel nodig, in de gedaante van een eminent vertolker. De 24-jarige Amerikaanse
pianist Jonathan Biss is zo'n muzikant. Zaterdag ontketende hij wervelstormen in de Appassionata-
sonate, liet het klavier zingen in de sonate op. 109 en scheerde rakelings over de toetsen in de
Pathétique.
Hoewel hij bij wijlen fors in de toetsen greep, en de fysieke inspanning zich uitte in gekromde rug
en vingers, was het verbazend hoe goed hij erin slaagde het volume van de grote vleugel te temperen, en
aan te passen aan de bescheiden ruimte. Frappant is dat hij juist in de meest intieme en bescheiden
passages een rijk palet aan tinten onthulde, en onderonsjes tussen de middenstemmen niet vergat. Zelfs in
de variaties in de Appassionata, waar Beethoven het muzikale materiaal in stukken knipt en over
het klavier verspreidt, handhaafde hij een doorgaande lijn, en realiseerde een fantastische transitie van
donker naar licht.
Ook met de vervloeiende, gelaagde klanken van Janaceks Sonate 1.X.1905 en In de mist
betrachtte hij een verregaande terughoudendheid, en bracht de felle erupties in evenwicht met de rouw en
deernis die in de Sonate opgeld doen.
Door als toegift twee korte Schumann-stukken te spelen wees Biss vooruit naar het optreden van zijn
collega Leif Ove Andsnes, de daaropvolgende avond in de Grote Zaal. De Noorse pianist trad daar op in het
kader van de Meesterpianisten.
De 36-jarige Andsnes is, meer dan Biss, een expert op het gebied van het koloriet, en maakt bovendien
een veel ontspannener indruk. Ook bij hem nam Beethoven een centrale plaats in, met de sonate op. 110,
die hij tot een meeslepend discours maakte - speciaal in de magistrale, veelstemmige slotfuga, waarin
Beethoven het thema dubbelvouwt, openknipt en op zijn kop zet. Schumann had getuige het laatste deel van
zijn Vier Stücke minder kaas van fuga's gegeten, maar Andsnes legde in elk geval de charme
van deze heterogene verzameling bloot. Curieus was een aan hem opgedragen werk van de Deen Bent
Sørensen waarin de pianist zachtjes mag meeneuriën.
In Moesorgski's Schilderijententoonstelling, ten slotte, bereikte Andsnes met inzet van al
zijn pianistische gaven een adembenemende intensiteit, en toonde zich niet alleen een meesterpianist,
maar ook een rasverteller.
© Frits van der Waa 2006