de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 25 april 2006 (pagina 19)
Ingetogen lofzang op de liefde
Laman, Ives, Finsterer, Adriaansz en Francesconi, door Orkest De Volharding en het Doelenensemble
o.l.v. Jussi Jaatinen. 21/4, Muziekgebouw, Amsterdam.
Weill, Andriessen, De Bondt e.a. door het Nederlands Blazers Ensemble en het Egidius Kwartet. 23/4.
Muziekgebouw, Amsterdam. Herhaling: Arnhem (25), Utrecht (26) en Den Haag (27/4).
'Een land dat zichzelf niet horen kan'. Omdat het een gedicht is weet je niet of de auteur, Maria
Barnas, het over Nederland heeft, maar het ligt wel voor de hand. In De Zeven Deugden, een project
van het Nederlands Blazers Ensemble, wordt de van hogerhand aangemoedigde vercommercialisering van de
kunst gehekeld. Zeven toon- en zeven woordkunstenaars vonden elkaar in een door componist Cornelis De
Bondt gedramatiseerde raamvertelling, verbonden door een onderhuids pulserende hartenklop.
Kunst voor de eeuwigheid is het niet, maar de geest is er eerder een van poëzie dan van protest, of
het nu gaat om de ingetogen lofzang op de liefde die Ilja Leonard Pfeijffer reciteert op muziek van
Mayke Nas, of om de ironische rap over het liegen die Def P. en de jonge componist Wilbert Bulsink samen
hebben verzonnen. Toppunt van ironie zijn De Bondts toonzettingen in Bachstijl van de oneliners
die bij sommige partijpolitici voor kunstopvatting doorgaan. Neem die van de VVD'er die vindt dat het
luisteren naar een cd zich verhoudt tot een bezoek aan de concertzaal als thuis koken tot eten in een
restaurant.
Mooi niet dus. Dat maakt het Blazers Ensemble bij voortduring duidelijk in dit spetterende programma
dat is opgebouwd rondom Kurt Weills Die sieben Todsünden: allereerst laat het zien dat kunst
niet iets is dat zich zomaar laat inblikken, en bijna langs de neus weg maakt het ook nog eens duidelijk
dat je populair kan doen zonder plat te zijn, intelligent zonder elitair te zijn. Het voorprogramma,
verzorgd door leerlingen van drie middelbare scholen in samenwerking met het NBE, is ook zo'n statement.
Weill en Brecht deden het op hun manier met hun 'gezongen ballet' uit 1933. In muzikaal opzicht is
het van hetzelfde laken een pak als de Dreigroschenoper. Kenmerkend is bovendien dat Amerika de
bakermat schijnt te zijn van het bezongen bederf. Alt Tania Kross draagt de voorstelling: Weills muziek
zit haar als gegoten, en ze beweegt zich ook nog eens beter dan de houtenklazerige ballerina
Raphaëlle Delaunay. Het Egidius Kwartet levert vloeiende vierstemmige zang op de achtergrond.
Het verbond dat Orkest de Volharding onder de benaming Hard Target is aangegaan met het
Doelenensemble pakte wat minder goed uit. Dat kwam vooral door de overkill in nieuwe composities
van Peter Adriaansz (nietszeggend) en Luca Francesconi (luidruchtig). Maar ook dat hoort bij het
avontuur dat kunst is - dat het af en toe fout kan gaan.
© Frits van der Waa 2006