de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 26 april 2006 (pagina 15)
Op kerkmuziek van Mozart rust geen zegen
Mozart, door het Orkest van de Achttiende Eeuw en het Nederlands Kamerkoor o.l.v. Frans Brüggen. 24 april, Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Herhaling: Haarlem (26) en Rotterdam (27/4). Radio 4: 3/5, 13.00 uur.
Als Mozart zich aan kerkmuziek waagde, rustte daarop gewoonlijk geen zegen. Het bekendste voorbeeld is
natuurlijk het Requiem, dat door het voortijdig verscheiden van de componist onvoltooid is
gebleven. Mozart had naar het schijnt hoe dan ook niet veel op met de kerk, anders dan zijn vader, die
op elk cruciaal punt in zijn leven een mis liet lezen.
Niettemin heeft hij een flink corpus aan sacrale muziek nagelaten, al gaat het zelden om
geïnspireerde werken, en is het Requiem zeker niet het enige werk dat niet af is gekomen. Het
stuk dat zijn grootste sacrale compositie had moeten worden, de Grosse Messe in c klein, KV 427,
gaat gebukt onder beide euvelen. Kyrie en Gloria zijn compleet, het Sanctus en
Benedictus maar ten dele, het Credo breekt middenin af, en aan een Agnus Dei is
Mozart helemaal niet toegekomen. Op het eerste gezicht niet zo aardig voor zijn kersverse echtgenote
Konstanze, die de sopraanpartij had moeten zingen. Maar dit is waarschijnlijk allereerst te wijten aan
keizer Josef II, die in 1783 grootse orkestbegeleidingen in de kerk verbood.
Het Nederlands Kamerkoor en het Orkest van de Achttiende Eeuw breken in het kader van het Mozartjaar
een lans voor dit torso, dat door musicoloog Clemens Kemme met gepaste terughoudendheid speelklaar is
gemaakt. Het helpt allemaal niet veel, zeker niet na de blitse uitvoering van de Praagse symfonie die
eraan voorafgaat.
De grote mis is een aaneenschakeling van kleine stukjes die allemaal de hand van een volleerd
componist verraden, een soort 'Mozart - Alle dertien goed', maar waarover nergens de geest van het genie
vaardig wordt. De twee minuten vol omineuze klopmotieven waarmee het Credo opent zijn de enige
uitzondering. De sopraan, Claron McFadden in dit geval, is inderdaad goed bedeeld, want Mozart wist hoe
hij zijn zangers moest behagen.
Het klinkt ook allemaal prima, maar als deze partituur toevallig in de prullenmand was beland, was
Mozarts oeuvre er geen sikkepit minder om geweest.
© Frits van der Waa 2006