de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 11 mei 2006 (pagina 17)
Een muzikale reis zonder egotripperij
Mozart, Beethoven, Prokofjev en Sjostakovitsj, door Maxim Vengerov en Lilya Zilberstein. 9 Mei, Concertgebouw Amsterdam.
De ontdekkingsreis waarop violist Maxim Vengerov en pianiste Lilya Zilberstein het Concertgebouwpubliek
dinsdag meenamen, leek bescheiden. Van het Wenen omstreeks 1800 naar het Leningrad van omstreeks 1940
lijkt een betrekkelijk simpel traject. Maar het tweetal logenstrafte die gedachte geducht.
De opening van hun recital, een nagelaten Adagio van Mozart, had nog iets vrijblijvends,
wellicht door de op romantische leest geschoeide interpretatie. Maar vervolgens ging het meteen de diepte
in, met Beethovens monumentale Zevende vioolsonate. Vengerov combineerde aaibaarheid met een
prangende blik in het inwendige van de muziek. Zelfs met één simpele, herhaalde
pizzicatotoon wist hij een heel verhaal te vertellen - waarbij Zilberstein met haar fluweelzacht toucher
de pianoklank vloeibaar maakte en liet horen dat het in een glas water wel degelijk kan stormen.
Wat het spel van deze beide musici zo innemend maakt, is de combinatie van subliem spel met een
volstrekt gebrek aan egotripperij. Ze stellen zich volledig in dienst van de muziek en laten horen dat
terughoudendheid en manhaftigheid met elkaar te verenigen zijn.
In Prokofjevs Eerste vioolsonate was dat nog duidelijker. In het eerste deel loopt de muziek
vooruit op de klokkenluidersmuziek van Arvo Pärt, in tijd zowel als in kwaliteit. In het tweede deel
hoestten Vengerov en Zilberstein gevat terug naar de zaal, met bijtende akkoorden en blaffende voorslagen,
om in het derde deel de bijna oneindige melodielijnen een Debussiaanse verfijning te geven.
Tot slot deed het duo een losse greep uit Sjostakovitsj' 24 Preludes, met sluwe hand tot
duetten bewerkt door Dmitri Tziganov: inventieve miniatuurtjes, met een grillig dansje, een verwrongen
barcarolle, een Chopin-pastiche en dwaze achtbaanmuziek - fascinerend strooigoed waarin de componist
niet zuinig is geweest met zijn ideeën.
© Frits van der Waa 2006