Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 17 mei 2006 (pagina 17)

NedPho vertolkt krachtig Adams' kolkende wateren

Adams en Beethoven, door het Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Yakov Kreizberg. 15 Mei, Concertgebouw, Amsterdam.

Als er één componist is die de blijmoedigheid in de hedendaagse muziek heeft teruggebracht, is het wel John Adams. Hij was ooit het broekje onder de minimalisten, nadert intussen de zestig en schrijft al lang geen minimal music meer. Dat heeft hij trouwens nooit echt gedaan: herhaling zit hem in het bloed, dat wel, maar expansiedrift net zo goed. Het was de afgelopen dagen weer eens te horen bij het Nederlands Philharmonisch Orkest. Daar klonk Adams' Harmonielehre uit 1985, in combinatie met de Zevende Symfonie van Beethoven, volgens chefdirigent Yakov Kreizberg een minimalist van het eerste uur. Daar zit iets in: Beethoven woekerde immers met zijn thematische uitgangspunten – maar net als Adams haalde hij daarbij het onderste uit de kan.

Luisteraars in Utrecht, waar het orkest eerder op zondag speelde, bleven verstoken van deze interessante koppeling, en kregen Brahms in plaats van Adams. Het NedPhO was zeker beducht voor een lege zaal. Jammer, want verder doet het gezelschap op een uitstekende manier aan publiekswerving. De korte toelichtingsdocumentaires die in de wandelgangen vertoond worden zijn een schot in de roos, en het besluit alle jongeren een zacht prijsje te rekenen voor de concerten getuigt van visie op de toekomst.

Ook over het heden wordt gewaakt. Het NedPho floreert onder de Russische Amerikaan Kreizberg die nu drie jaar de touwtjes in handen heeft. Met zichtbaar plezier stortte hij zich maandag in Amsterdam de kolkende vaarwateren van Adams' Harmonielehre, dat zijn titel ontleent aan een leerboek van Schönberg, maar dat muzikaal vooral een hommage is aan Mahler. De afgrondelijke, emotionele toonstapelingen in het tweede deel laten daarover geen twijfel bestaan.

Anders dan Mahler laat Adams echter ook de zonzijde zien; vooral het slotdeel is een euforisch stemmende onderdompeling in een golfslagbad vol instrumentale kleuren. Het orkest overtrof zichzelf daarna nog in de mokerende ritmes van Beethoven, waarin Kreizberg de geledingen scherp hoorbaar maakte, en ze tegelijkertijd verenigde tot een dwingend betoog, waarin het trouwens ook niet schortte aan blijmoedigheid.


© Frits van der Waa 2006