Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 24 mei 2006 (pagina K18)

Verbijsterende perfectie

Kurtág: Kafka-Fragmente. Juliane Banse en András Keller. ECM.

Nijpender zinnen dan die van Franz Kafka zijn er niet veel geschreven in de wereldliteratuur. Jachtig en kort, dan wel pijnlijk wijdlopig, er spreekt altijd urgentie en intensiteit uit. Het is dan ook niet verbazend dat de Hongaarse componist György Kurtág, zelf een meester van de beprangde miniatuur, in 1985 gegrepen werd door het werk van de Tsjechisch/Oostenrijkse schrijver. Het resultaat, de één uur in beslag nemende Kafka-Fragmente, klonk eerder dit jaar in het Amsterdamse Muziekgebouw ter gelegenheid van de Boekenweek én van Kurtágs tachtigste verjaardag.

Het ECM-label heeft de cyclus onlangs op plaat uitgebracht, in een uitvoering van violist András Keller en sopraan Juliane Banse. Musici van formaat, en dat is wel nodig ook, want de veertig microcomposities zijn niet alleen met een vlijmscherpe componeerpen neergeschreven, ze stellen tegelijkertijd bijzonder hoge eisen. Van die veertig stukjes zijn er maar vier die langer zijn dan drie en acht die langer zijn dan twee minuten. De texturen mogen karig zijn, de concentratie en de expressiviteit van de noten is er des te intenser om. Banse blinkt uit door een overwegend strak en helder geluid, maar heeft ook hese, hysterische en rauwe timbres tot haar beschikking. Het bereik dat Kurtág van zowel sopraan als violist verlangt, is verbijsterend, en de perfectie waarmee het tweetal het verlangde realiseert is nog verbijsterender.

De reikwijdte van deze muziek ontlokt de toelichters in het boekje fraaie commentaren. De een ziet er een verzameling spiegelende scherven in, een opvolger van Schuberts Winterreise, de ander gewaagt van tekstzettingen met een 'seismografische precisie'.

Dat de Engelse vertalingen die precisie nogal eens ontberen is dan ook het enige minpuntje aan deze uitgave.

Goebajdoelina: The Deceitful Face of Hope and of Despair; Sieben Worte. Gothenburg Symphony Orchestra o.l.v. Mario Venzago. BIS.

Anders dan Kurtág is de Russische componiste Sofia Goebajdoelina vooral iemand van de lange adem. In de tijd die zij nodig heeft voor de tromroffel die de aanloop vormt van The Deceitful Face of Hope and of Despair is Kurtág al bij zijn derde Kafka-tekst. Die trage hartslag blijft erin, maar evengoed maakt dit fluitconcert duidelijk dat ook Goebajdoelina de kunst van het spanning doseren uitstekend verstaat, en bovendien onvermoeibaar is waar het gaat om het verkennen van ongehoorde klankkleuren. Desondanks zal de theatrale timing van deze muziek in de concertzaal ongetwijfeld veel beter tot zijn recht komen, en dat geldt ook voor Sieben Worte, een zevendelige cyclus voor cello, bajan (accordeon) en strijkers. Mie Miki en Torleif Thedéen gaan voor in Goebajdoelina's instrumentale metafoor van de zeven kruiswoorden van Jezus, die sommige luisteraars als diepzinnig en anderen als wijdlopig zullen ervaren.

Werk van Turnage, Rihm en Benjamin. Orchestre Symphonique de la Monnaie o.l.v. Kazushi Ono. Warner.

De Engelsman Mark-Anthony Turnage laat zich in zijn Études and Elegies van zijn venijnige kant zien. Vooral het eerste deel, A Quick Blast, biedt veel striemende blazers en ritmische opwinding, die in de daaropvolgende delen geleidelijk in de luwte belanden. Het Orkest van de Brusselse Munt spettert in deze live-opname onder Kazushi Ono. Hetzelfde geldt voor hun uitvoering van twee werken van Wolfgang Rihm. Diens Canzona per Sonare is het hoogtepunt van de cd, mede dankzij de bij vlagen jazzy dialogen die het orkest voert met alttrombonist Michael Svoboda. Cuts and Dissolves is veel ouder, uit de jaren zeventig, maar verraadt evengoed al het ongewone talent van Rihm. Het stuk is aan de fragmentarische kant, maar schroeit en knettert in de trant van Edgard Varèse.


© Frits van der Waa 2006