Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 29 mei 2006 (pagina 11)

Reisopera brengt weinig schot in vergeten Verdi

I due Foscari, van Verdi, door de Nationale Reisopera o.l.v. Monique Wagemakers en Vasily Petrenko. 27 mei, Twentse Schouwburg, Enschede. Herhaling: Groningen (30/5), Zaandam (2), Rotterdam (6), Den Haag (8), Utrecht (10), Leeuwarden (13), Arnhem (16), Maastricht (20) en Apeldoorn (25/6).

Gezien de justitiële dwalingen van de laatste jaren is het onderwerp van Verdi's opera I due Foscari heel actueel. Het drama, naar een toneelstuk van Byron, gaat over een vader die er als magistraat niet onderuit kan zijn ten onrechte van moord verdachte zoon te verbannen. Tekenend voor Verdi is dat hij in deze vroege opera (hij was zelf nog maar 31) al op zoek was naar een onstereotiep verhaal, waarin familieleed en politieke macht vervlochten waren. Dat is wel gelukt, maar dat wil niet zeggen dat I due Foscari een geslaagde opera is. Zoals bij de meeste gerechtelijke dwalingen zit er namelijk weinig schot in de zaak.

Regisseuse Monique Wagemakers, die het stuk voor de Nationale Reisopera op de planken heeft gezet, moet er een flinke kluif aan gehad hebben. Vooral in de eerste twee bedrijven gebeurt weinig anders dan dat vader Francesco Foscari, zoon Jacopo en diens echtgenote Lucrezia zich wentelen in zelfbeklag. Verdi heeft hier beurtelings toepasselijke droeve deunen en minder toepasselijke, maar daarom niet minder aanstekelijke voetjes-van-de-vloermuziek voor gecomponeerd.

De naar het larmoyante neigende voordracht van bariton Claudio Otelli (vader F.) en tenor John Hudson (zoon F.) gooit daarbij af en toe roet in het eten. Beiden hebben een dijk van een stem, maar vooral Hudson heeft de Idols-achtige neiging om tonen te laag in te zetten en dan met een vocaal vorkheftruckje op de juiste plaats te schuiven.

Beduidend sympathieker is de jonge Russische Oxana Shilova (Lucrezia), die een warme, klaroenheldere sopraanstem paart aan een gedecideerde voordracht en de klassieke verschijning van een heldin uit een Griekse tragedie. Dat is mede te danken aan de mooie scharlakenrode jurk die Rien Bekkers voor haar ontworpen heeft en die aangenaam afsteekt tegen de vormeloze soepjurken van de mannen, waaruit later verrassend genoeg een hele gondel wordt opgebouwd.

De samenwerking tussen de Russische dirigent Vasily Petrenko en het Gelders Orkest is een andere belangrijke factor die de voorstelling overeind houdt. Het orkest produceert een stevige, pronte klank, die desondanks ritmisch heel buigzaam is, getuige de verende eerste tellen die Petrenko het gezelschap afdwingt.

Niettemin komt het bij I due Foscari aanvankelijk neer op vijf kwartier aankijken tegen een decor dat bestaat uit het laken uit de Witte-Reusreclame, twee moderne zitrichels die goede diensten bewijzen tijdens de plenaire vergaderingen van de Venetiaanse Raad van Tien, en een op zijn kop hangend amfitheater, dat af en toe zeeziekmakende kantelingen uitvoert.

Pas daarna, in de laatste vijfentwintig minuten, stuwen een afscheidsscèe, het ophelderen van de moord en het noodlottig einde van de beide Foscari's niet alleen het drama, maar ook de muziek opeens tot grote hoogten. Verdriet, wraak, standvastigheid en verbittering komen samen in een smeltkroes, en dan blijkt dat de Nationale Reisopera het toch bij het rechte eind heeft gehad met zijn keus voor deze vrijwel vergeten Verdi.


© Frits van der Waa 2006