de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 17 juni 2006 (pagina 15)
onverkorte versie
Zeperd van Eötvös mist vaart en timing
Angels in America, van Peter Eötvös. Muziekgebouw, Amsterdam, 15 juni. Herhaling: 17/6.
Met de door het Holland Festival geïmporteerde voorstelling
Angels in America heeft het Muziekgebouw in Amsterdam opnieuw
bewezen dat het voortreffelijk opgewassen is tegen de eisen die modern
muziektheater kan stellen. Het simpele toneelbeeld van Saskia Zschoch
bestaat uit een lattenpaneel van hetzelfde materiaal als de wanden van
de Grote Zaal, een soort voor-schot, dat bij de juist belichting zicht
laat op wat zich daarachter afspeelt. Nog bijzonderder is dat de musici
van de Radio Kamer Filharmonie elders in het gebouw zitten te spelen,
per video aangevoerd door Peter Eötvös, de componist van de
opera. Het geluid wordt per mengpaneel ruimtelijk uitgestuurd door de
zaal.
Aan Angels in America zijn zulke kwaliteiten helaas totaal verspild.
Tony Kushners zeven uur durende toneelstuk over aids laat zich niet
straffeloos reduceren tot een opera van tweeëneenhalf uur. Bovendien
richten Eötvös, librettist Mari Mezei en regisseur Benedikt
von Peter zich kennelijk tot een publiek van Kushner-fans (waar ze
gezien het bravogeroep blijkbaar geen ongelijk in hadden). Voor wie
zich moet behelpen met het door het HF verstrekte synopsis is het
lange tijd onduidelijk wie wie is, waar de tekst op slaat en wat de
handeling moet beduiden. Door de vele dubbelrollen en het per luidspreker
losweken van stemmen uit hun omgeving blijven die problemen tot na de
pauze opgeld doen.
Een fundamenteler tekortkoming is dat Eötvös van twee
walletjes heeft willen eten. Zijn flarderige partituur wordt voortdurend
onderbroken door gesproken gedeelten, die op hun beurt, juist door de
gecomponeerde ritmiek, de natuurlijke vaart en timing van een gewone
dialoog missen. Mijmelzang zwenkt naar halfspraak, en zo doen de
opera- en de theatercomponent elkaar beurtelings de das om.
Eötvös is een groot uitvinder als het om klanken gaat.
De Kwik-Kwek-en-Kwak geluidjes die hij tijdens telefoongesprekken als
decor gebruikt zijn geestig, en waar de handeling overgaat in
hallucinaties bevat het stuk mooie momenten, zoals de Wagneriaanse
muziek van de Engel die opdoemt in de wanen van een van de hoofdpersonen.
Maar verder is iedere angel uit het stuk gehaald. Ja, James Bobby, een
van de hoofdrolspelers, wekt medelijden wanneer hij tegen het slot
ongeveer door zijn stembanden scheurt. Pijnlijk is alleen dat die deernis
de zanger betreft en niet het personage dat hij in deze festivalzeperd neerzet.
© Frits van der Waa 2006