Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 27 juli 2006 (pagina 12)

Jeugd werpt nieuw licht op Beethoven

Beethoven. Jeune Orchestre Atlantique o.l.v. Philippe Herreweghe. 25 juli, Concertgebouw, Amsterdam.

Zelfs wanneer hij op zijn nietigst is, blijft Beethoven een titaan, en de leden van het Jeune Orchestre Atlantique hadden dinsdag bij hun optreden in het Concertgebouw dan ook heel wat om hun tanden in te zetten.

Het Jeune Orchestre Atlantique (JOA) is geen doorsnee jeugdorkest, maar een internationaal gezelschap van bijna volleerde conservatoriumstudenten die zich willen bekwamen in het bespelen van historische instrumenten. Chef-dirigent is oude-muziekspecialist Philippe Herreweghe.

Op de ouverture Die Geschöpfe des Prometheus volgden nog wat deeltjes uit deze balletmuziek, die bijna als vingeroefeningen voor Beethovens grote werk moeten worden aangemerkt. Desondanks was meteen weer duidelijk wat het gebruik van historische (of gekopieerde) instrumenten voor voordelen met zich brengt: een veel sterkere differentiatie in timbres, en daardoor een veel opener en contrastrijker klankbeeld.

De keerzijde hiervan is dat intonatie en homogeniteit heel secuur uitgebalanceerd moeten zijn, en op dat punt vielen bij het JOA nog wel eens wat kleerscheurtjes te signaleren. Het deed weinig af aan de overtuigingskracht van het optreden, dat weer alles te maken had met de grote kwaliteiten van de dirigent. De Achtste Symfonie, het meest substantiële programma-onderdeel, kreeg een vlindervlugge lichtheid, waarbij Herreweghe met een even geraffineerde als veelzijdige articulatie nieuw licht wierp op het inventieve spel dat Beethoven speelt met zijn motieven, die vaak maar twee of drie noten tellen.

Tussendoortje én toegift was Ah! Perfido, een Mozartiaanse concertaria waarin Beethoven voor de verandering niet het achterste van zijn tong laat zien. De Engelse sopraan Carolyn Sampson deed dat wel en zette het concert extra luister bij met haar zowel doorleefde als stijlvol gezongen vertolking.


© Frits van der Waa 2006