Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 10 augustus 2006 (pagina 14)

Cellist Schiff overstemd door pianist Oppitz

Beethoven, door Heinrich Schiff en Gerhard Oppitz. 8 augustus, Concertgebouw, Amsterdam.

Of dat nou niet een probleem was, vroeg een man tijdens de 'zomerontmoeting' voorafgaand aan Heinrich Schiffs concert – kamermuziek van Beethoven in zo'n grote zaal, en met een moderne vleugel?

Goede vraag, vond de meestercellist. En toegegeven, het was op de grens. Maar op een vleugel kun je ook mooi zacht spelen, en verder is het gewoonweg een wonder dat de Grote Zaal van het Concertgebouw zó geschikt is voor kamermuziek. Natuurlijk weet Gerhard Oppitz alles van Hammerklavieren, maar hij houdt nu eenmaal van die grote piano, en Schiff realiseert zich ook wel degelijk dat de Stradivarius waarop hij speelt in de 19de eeuw is omgebouwd tot een totaal ander instrument.

Het muzikale antwoord op de vraag, dat het tweetal een uur later formuleerde, klonk een stuk minder bevredigend. Schiff en Oppitz spelen deze zomer de complete werken van Beethoven voor cello en piano in tal van Europese steden, dus dat daar een spoortje routine in sluipt, is begrijpelijk. Schiff valt daar nauwelijks op te betrappen. Zijn toon is rank en zuiver, en in zijn spel verzoent hij lyriek met structuur.

Althans, voorzover dat te horen is. Want Oppitz' begeleiding valt niet alleen op door een onbevlogen degelijkheid, maar vooral door een overmaat aan volume. In zijn handen wordt de Steinway tot een olietanker die het kleine zeilbootje van Schiff helemaal naar de zijkant van het vaarwater drukt. Nee, lelijk is het werkelijk niet, maar als je een kaartje voor een van de beste cellisten van de wereld hebt gekocht wil je hem niet alleen zien, maar ook horen. En aan de instrumenten of de zaal hoeft het niet te liggen, dat hebben Pieter Wispelwey en Dejan Lazic twee jaar geleden op dezelfde plek en met dezelfde muziek laten horen.


© Frits van der Waa 2006