de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 7 september 2006 (pagina K08)
Talent voor het bewaken van de tijd
Luuk Reurich sprak vrijwel dagelijks met dirigent Hans Vonk in de laatste fase van diens
leven. Het resultaat is een 'participerende biografie'. Met voor- en nadelen.
'Je hebt de school der uiterlijkheden, de school van de grove kwast. En je hebt de fijnschilders.
Ik wil graag een fijnschilder zijn.'
Deze uitspraak van dirigent Hans Vonk klinkt als een credo. Maar er klinkt ook kritiek in door
op Riccardo Chailly, de man die hem in 1986 passeerde toen het Concertgebouworkest een nieuwe
chef-dirigent zocht. Die benoeming moet inderdaad een bittere pil zijn geweest voor Vonk, die altijd
gegolden heeft als de beste Nederlandse dirigent na Bernard Haitink. Hij zocht nadien zijn heil vooral
in het buitenland, met name in Amerika en Duitsland.
Toen Chailly in 2004 plaatsmaakte voor Mariss Jansons, vond Vonk dat het orkest eindelijk een dirigent
kreeg die het verdiende. Verder zal het hem weinig deugd gedaan hebben. Hij was toen al meer dan een
jaar geveld door de neurologische aandoening Amyotofische Lateraal Sclerose (ALS), waaraan hij in
augustus van dat jaar overleed.
Vonk is 62 geworden. Te jong, helemaal voor een dirigent. Toen zijn ziekte zich openbaarde, maakte
hij juist een nieuwe bloeiperiode door, als chef van het St. Louis Orchestra. En zelfs toen hij
aan een rolstoel gekluisterd was, niet meer in staat om de bladzijden van een partituur om te slaan,
laat staan om nog verre reizen te maken, nam hij alsnog de leiding van het Radio Symfonie Orkest
op zich.
Luuk Reurich, de auteur van het boek Hans Vonk - een dirigentenleven, heeft Vonk in die
laatste periode van zijn leven leren kennen, en vrijwel dagelijks contact met hem gehad. Het heeft
geresulteerd in een boek dat omschreven zou kunnen worden als een 'participerende biografie'.
Dat heeft zowel voor- als nadelen. In plaats van een logisch, maar saai chronologisch stramien aan
te houden gaat Reurich hinkstapsprongsgewijs door Vonks leven heen, wat het boek levendig, maar
tegelijkertijd een beetje onoverzichtelijk maakt. Bovendien blijven daardoor sommige aspecten
onderbelicht. Zo wordt Vonks assistentschap bij Bernard Haitink met een bijzin afgedaan, en
belandt de uiteindelijke reden van zijn vertrek bij de door de Stasi verziekte Dresdner Staatskapelle
onder tafel.
Daarentegen bevat het boek verscheidene reportage-achtige onderdelen die een goed, zelfs intiem
beeld bieden van Vonks leven en werken in die laatste fase. Bijzonder is ook de grote aandacht
die de auteur besteedt aan het verwoorden van Vonks opvattingen en stijl van dirigeren: 'Hij
laat de musici naar elkaar luisteren, hij biedt ruimte aan de opvattingen van de individuele
musicus en werkt aan precisie. (...) Dirigeren is voor Vonk iets anders dan het opleggen van
een interpretatie of het meevoeren van een orkest naar "grote hoogten". Hij zoekt nuancering
en vereenvoudiging.' Een ander belangrijk aspect is ook Vonks strikte controle over het tempo,
wat Reurich het 'bewaken van de tijd' noemt.
Het is jammer dat Uitgeverij Thoth het boek niet wat strakker geredigeerd heeft: door de
versnipperde structuur komen verschillende beschrijvingen twee keer voor, in nagenoeg dezelfde
bewoordingen. En met een eenvoudige spellingcontrole hadden malligheden als 'tremelo' vermeden
kunnen worden. Ook een bescheiden discografie had niet misstaan.
Voor het overige is het een verzorgde uitgave, verluchtigd met fraaie actiefoto's en pagina's uit
Vonks partituren, door hemzelf voorzien van veelkleurige aantekeningen.
Maar de beste illustraties staan op de bijgevoegde dvd: een mooie Duitse documentaire (helaas
niet ondertiteld) uit 1992 over Vonks tijd bij het Keulse WDR-orkest, een inmiddels historisch
aandoend interview uit 1985 in het toen nog volop socialistische Dresden, en bovenal het laatste,
indringende tv-interview dat Frènk van der Linden in 2003 voerde met Vonk.
Het is een mooi monument voor een dirigent die zichzelf nogal eens voor de voeten liep omdat hij
weinig oog had voor de publicitaire en (cultuur)politieke aspecten van het dirigentschap
wat vanzelfsprekend direct voortkwam uit zijn volstrekte dienstbaarheid aan de muziek.
Luuk Reurich: Hans Vonk; een dirigentenleven. Thoth; 192 pp. + dvd; € 22,50; ISBN 90 6868 429 9.
© Frits van der Waa 2006