de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 21 september 2006 (pagina K18)
Licht weerbarstige muziek
Charles Ives: 5 Sonatas for violin and piano. Heleen Hulst en Gerard Bouwhuis. BVHaast.
Een monumentje zo mag je deze dubbel-cd met de vijf vioolsonates van Charles Ives gerust
noemen. Eigenlijk schreef Ives er maar vier, maar omwille van de compleetheid hebben violiste
Heleen Hulst en pianist Gerard Bouwhuis ook de voorstudie voor de Holidays Symphony, in
1973 voltooid door John Kirkpatrick, als Vijfde Vioolsonate opgenomen.
Ives' vioolsonates stammen uit de eerste twee decennia van de afgelopen eeuw en geven een
mooi beeld van zijn muzikale universum, dat behalve reguliere hemellichamen ook dwaalsterren,
dwergplaneten en wormgaten tussen verschillende dimensies bevatte. Desondanks is dit niet
zijn radicaalste werk: het is licht weerbarstige muziek, met knoestige vervlechtingen van
hymnes en marsen, afgewisseld met weidse vergezichten en incidenteel een komische noot.
Hoewel de beide musici perfect op elkaar zijn ingespeeld, doet het vioolspel van Hulst wat
onderkoeld aan, wat door de tamelijk droge opname nog wordt benadrukt; Ives' muziek is zo
caleidoscopisch dat een beetje lyriek niet misstaan had. En de toelichting in het boekje is
al te summier. Daar had toch op zijn minst Ives' eigen zelfkritiek over de Derde Sonate in
thuisgehoord: 'This, most of it, is a backward step the result of a visit from a 'know it
all' soft eared, professional, prima donna violinist.' Toch mag het stuk er best zijn, want in
Ives' gehoorgangen zat nu eenmaal een speciale kronkel.
Wolfgang Rihm: Streichquartette nr. 1,4,8,5. Doelen Kwartet. Cybele.
De Duitse componist Wolfgang Rihm schept muziekstukken die klinken alsof ze in één
stroom van inspiratie op papier gezet zijn, en daardoor elk een eigen karakteristiek, ja zelfs
persoonlijkheid hebben. Dat geldt in het bijzonder voor zijn strijkkwartetten, waarvan het Doelen
Kwartet er vier op de plaat heeft gezet. In het Eerste, het werk van een 18-jarige,
overheerst de 'moderne' traditie van Schönberg en Berg. Tien jaar later, in het
Vierde Kwartet uit 1981, gaat Rihm hoorbaar een dialoog aan met Beethoven. Veel
kernmotieven en ritmische herhalingen maken dit werk een stuk toegankelijker. Het Vijfde
en het Achtste Kwartet stammen beiden uit jaren tachtig; het Doelen Kwartet heeft ze
omgewisseld, wat de opbouw van de cd ten goede komt. Het Achtste is stroef en hermetisch;
het Vijfde opent met panische kolibries, slaat om in verbeten hardnekkigheid, en belandt
dan in een stenig landschap van droge knallen waarop alleen nog ijle flageoletten gedijen.
Het doorzettingsvermogen van de componist wordt ruimschoots geëvenaard door dat van het
Doelen Kwartet.
Gruber, Eötvös en Turnage. Håkan Hardenberger en het Gothenburg Symphony
Orchestra o.l.v. Eötvös.
Trumpet Topographies luidt de ondertitel van deze cd waarop Hardenberger zijn kunsten
vertoont in nieuwe muziek voor trompet en orkest. Inderdaad is dit werk landschappelijk, op het
filmische af. Dat geldt vooral voor Grubers Aerial. Jet Stream van Eötvös
is fantastisch virtuoos, en From the wreckage van Turnage raakt een beetje verstrikt in
zijn eigen hectiek.
Waxman: Joshua. Prague Philharmonia & Philharmonic Choir o.l.v. James Sedares.
Waarom is het verhaal van Jozua, die met hoorngeschal de muren van Jericho deed instorten, behalve
door Händel niet vaker op muziek gezet? Omdat het verder zo'n saai verhaal is. Franz
Waxman (1906-1967), gevierd Hollywood-componist, schakelt er een spreker bij in, wat niet helpt,
ook al geeft Maximilian Schell op deze plaatpremière het verhaal de allure van een
kampvuurvertelling. Het moment suprême knalt er lekker uit, en voor het overige is
Waxmans muziek best het aanhoren waard.
© Frits van der Waa 2006