de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 oktober 2006 (pagina 11)
Lucide combinatie speels en accuraat
Ravel, Ligeti en Stravinsky, door het Ensemble intercontemporain o.l.v. Susanna Mälkki.
30 september, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 3 oktober, 20.02 uur.
Onbedoeld is de uitgebreide hommage die de ZaterdagMatinee dit seizoen in petto had voor componist
György Ligeti verkeerd in een in memoriam. Ligeti is op 12 juni naar gene zijde
vertrokken, en dat het zestal programma's waarin de Matinee zijn werk laat horen afgesloten
wordt met het Requiem lijkt erop te duiden dat men daar al een beetje rekening mee gehouden had.
In die over het seizoen verspreide concertreeks wordt Ligeti's muziek telkens geflankeerd door
stukken van roemruchte voorgangers dan wel nog levende Nederlandse componisten. Zaterdag, bij
de eerste aflevering in de serie, had het Ensemble intercontemporain Maurice Ravel en
Igor Stravinsky uitgekozen. Een voortreffelijke combinatie, want net als bij Ligeti valt hun
werk op door een lucide combinatie van speelsheid en accuratesse.
Hoewel er een changement tussen zat, sloot het begin van Ligeti's Melodien vrijwel naadloos
aan op Ravels Introduction et allegro voor harp en klein ensemble. Beide stukken worden
gekenmerkt door verglijdende toonladders, onbestemde zwaartekracht en een voortdurende vervlechting
van melodielijnen en harmonisch decor. Alleen voert Ligeti, 66 jaar na Ravel, die principes
aanmerkelijk verder door.
Susanna Mälkki, de Finse dirigente die artistiek leider van het Ensemble intercontemporain
is, ordende de geleidelijke verdampende en condenserende klankweefsels op strikte wijze. Even
gedisciplineerd leidde ze het caleidoscopischer Pianoconcert uit de jaren tachtig, waarin
pianist Dimitri Vassilakis de verspringende ritmische bouwsteentjes perfect in het tegenspel
van het ensemble plaatste.
Voor Stravinsky's Pulcinella was het Ensemble tot kamerorkeststerkte uitgebreid. De
integrale versie van deze balletmuziek, die Stravinsky's neo-klassieke periode inluidde, is
beduidend ordeverstorender dan de bekende suite-versie. Tegenover de zoetgevooisde ariaatjes
staan ruig pompende klankstapelingen. Mälkki had haar aangevulde ensemble minder goed
in de hand dan het keurcorps. Hier en daar maakte het spel een wat roezemoezige indruk. Evengoed
kwam het dankzij de pittige tempi tot een bruisende uitvoering.
© Frits van der Waa 2006