de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 6 oktober 2006 (pagina 19)
Harp Lavinia Meijer spreekt mannentaal
Dussek, Salzédo, Bach, Renié e.a. door Lavinia Meijer, harp. 4 oktober,
Concertgebouw, Amsterdam.
Nooit geweten dat je met een harp vuurpijlen kunt afschieten. Lavinia Meijer verrichtte
dat kunststukje woensdag bij haar optreden in de Amsterdamse Kleine Zaal, en ze deed er nog vonkenregens
bij ook. In een donderslag voorzagen de Variaties op een thema in oude stijl van Carlos
Salzédo niet, maar daar had de Amerikaanse componist Garrett Byrnes weer voor gezorgd: in zijn
vijf jaar geleden gecomponeerde Visions in Twilight mocht Meijer de lage bassnaar woest laten
klapperen.
Meijer vertegenwoordigt Nederland in de serie Rising Stars, het project waarin zes grote
muziekzalen elkaar de veelbelovendste jonge musici toespelen. Hoewel de harpiste nog maar 22 jaar
telt, is ze als musicienne volstrekt volwassen. Bovendien ontlokt ze haar instrument niet alleen
poezelige sprookjesklanken, maar ze laat het ook ferme mannentaal spreken. En ze heeft er zichtbaar
plezier in. Haar programma, op het eerste gezicht een handvol behapbare stukjes, kreeg de
overtuigingskracht van een pakkend betoog, zo fraai van opbouw en met zo veel eloquentie gebracht
dat het slot, twee uur na aanvang, bijna teleurstellend vroeg kwam.
Dat Meijer de harp in technisch opzicht volledig de baas is, spreekt eigenlijk vanzelf. Belangrijker
is dat alles wat ze speelt, of het nu een fuga van Bach is, een romantisch werkje van Fauré, of
het katachtige, plezierig-moderne Spiders van Paul Patterson, vol is van kleur en leven. Dat bereikt
ze niet alleen door de individuele lijnen elk hun eigen dynamische curve te geven, maar ook door het
arsenaal aan timbres waarover ze beschikt. Die tintenrijkdom reikt van het getsjirp van krekeltjes
tot een orkestrale majesteit.
Dat Meijer voor geen kleintje vervaard is, bewijst haar komende optreden, eind deze maand in het
Muziekgebouw, met werk van Ravel en twee nieuwe composities, waarin ze het opneemt tegen de vier
saxofonisten van het Aurelia Kwartet.
© Frits van der Waa 2006