de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 11 december 2006 (pagina 12)
Sopraan Westbroek overweldigt in Puccini's western-opera
La fanciulla del West, van Puccini, door het Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroep Mannenkoor o.l.v.
Edo de Waart. 9 december, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 12 december, 20 uur.
Met zijn opera La fanciulla del West leverde Giaocomo Puccini in 1910 zo'n beetje de eerste
bijdrage aan wat later een klassiek b-genre zou worden: de western. Het is de opera zelf fataal
geworden. Elke enscenering zal automatisch doen denken aan Bonanza, of, dodelijker nog, aan Lucky Luke.
Daar komt bij dat Puccini muzikaal gesproken beter op dreef was in zijn easterns, zoals Madama
Butterfly of Turandot. Naast die laatste, onvoltooide, opera doet La fanciulla aan als een
voorstudie waarin chinoiserieën een merkwaardige alliantie aangaan met giddy-up-go-terzijdes.
Ook in concertvorm bevredigt de opera niet volledig, althans niet tijdens de jongste ZaterdagMatinee. Dat
komt voornamelijk door de versnipperende veelheid aan bijrollen: aan de zijlijn stond een heel stel
zingende mannetjes duitjes in het zakje te doen, of het nu een spelletje poker of een lynchpartij betrof.
Beeldender waren het piefpafpoefpistool en de windmachine.
De echte beaufortsterkte kwam echter van sopraan Eva-Maria Westbroek, die meer mee heeft dan haar
achternaam om de partij van saloon-eigenares Minnie treffend tot leven te brengen. Minnie heeft haar op
de tanden, maar heeft ook haar tedere zijde. Westbroek, die zich een half jaar geleden met de titelrol
van Sjostakovitsj' Lady Macbeth in één klap op de voorgrond van de Nederlandse
operawereld zong, overweldigde ook nu weer, hield zich moeiteloos staande in de orkestrale vlammenhaarden
die Edo de Waart en het Filharmonisch Orkest ontstaken, en verwees Hugh Smith en Stephen Kechulius, haar
even goedgebekte als -gebuikte mannelijke tegenspelers, naar het tweede plan.
© Frits van der Waa 2006
