de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 12 december 2006 (pagina 17)
Grimaud declameert innerlijke tweestrijd van godin met emotie
Beethoven en Stravinsky , door Hélène Grimaud, Gulbenkian Orchestra en Choir o.l.v.
Lawrence Foster. 10 december, Concertgebouw, Amsterdam.
Piano spelen, boeken schrijven, optrekken met roedels wilde wolven: de Franse pianiste
Hélène Grimaud leidt een veelzijdig en multidisciplinair leven. Zondag, tijdens haar
optreden in de reeks Grote Solisten, nam ze er nog een rol bij die van diseuse in Stravinsky's
Perséphone. Het was veruit het geslaagdste onderdeel van de avond.
Aan Beethovens Chorfantasie, een losbladige voorstudie-met-pianopartij voor het befaamde slotdeel
van de Negende (maar dan aan de verkeerde kant van de goede-smaakgrens) viel erg weinig te beleven. En
zijn Vijfde pianoconcert kreeg een vertolking waarin krachtsvertoon overheerste. Het Portugese
Gulbenkian Orchestra bonkte onder leiding van Lawrence Foster plompverloren door de partituur heen.
Grimaud pareerde met spel zonder reliëf, of het nu ging om de grofkorrelige arpeggio's van het
openingsdeel of de softfocusklanken van het Adagio.
Het tweede deel van het programma bracht verlichting, met een voortreffelijk voorbereide uitvoering van
het mythische oratorium Perséphone. Dat was overigens vooral te danken aan de precieze en
heldere zang van het Gulbenkian Choir en tenor Bruce Sledge, hoewel ook Foster de balans in de
pruttelende en toch lumineuze blazerspartijen uitstekend bewaakte.
Grimaud declameerde haar partij aanvankelijk met een wat omineuze neutraliteit, maar naarmate de
innerlijke tweestrijd van de naar de Onderwereld gelokte lentegodin toenam, kroop er toch wat meer
emotie in. Stravinsky's zelden gespeelde werk trof door de geserreerde kringloop van klanken, waarin
de combinatie van rouw en troost een vreemde ontroering teweegbrengt.
© Frits van der Waa 2006