de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 22 januari 2007 (pagina 12)
Orgel-orgie in Amsterdam-Zuid
Openingsconcert Orgelpark door Berry van Berkum, Hayo Boerema, Elske ter Lindert. Amsterdam (20/1).
Met neuzelende kermismuziek, een nieuwerwetse niesbui en aamborstig gefluit is zaterdagavond in Amsterdam
een Orgelpark geopend. De geluiden waren afkomstig van drie orgels die deel uitmaken van het smaakvolle
art-deco-interieur in de vernieuwde Parkkerk bij het Vondelpark. Behalve de drie grote orgels herbergt
het gebouw twee vleugels en een harmonium. Er komt over twee jaar nog een vierde orgel bij, en op het
balkon lijkt nog ruimte vrij voor een vijfde.
Goed nieuws dus voor al diegenen die het orgel een nieuw leven buiten de kerk willen bezorgen. De
Parkkerk is van godshuis getransformeerd tot een waar orgelpaleis dat, afgaand op het balkon met namen
van beroemde orgelcomponisten, een pendant wil zijn van het nabijgelegen Concertgebouw.
Minder goed nieuws is dat de twee nieuwe werken die de organisatie voor de opening liet samenstellen
absoluut onder de maat bleken, zodat het klinkende aspect van het feestje hoofdzakelijk beperkt bleef tot
mooie woorden en het heffen van glazen. In een poging tot multidisciplinair muziektheater stuurde
tekstschrijver Jan Veldman een half uur lang twee slecht intonerende en articulerende acteurs de zaal in
met een woordzieke tekst, die door de geluidsversterking verder van verstaanbaarheid en verband met de
sprekers werd ontdaan. Orkater-componist Vincent van Warmerdam was verantwoordelijk voor interrumperende
miezermuziekjes, die opvielen door stroeve, dan wel stuntelige stemvoeringen.
De Russische, in Nederland werkzame componist Fred Momotenko bracht het er in de veertien minuten die
zijn Chimères duurt niet veel beter af. Op sommige momenten gloorde er een glimp van de
muzikale rijkdom die de combinatie van drie orgels teweeg zou kunnen brengen, maar het stuk verzandde in
machteloze gestes en geklapper met registerknoppen.
Te midden van al die onzin was evengoed te horen dat de drie orgels elk een eigen identiteit en
klankkleur hebben: het centrale, voor de Parkkerk gebouwde Sauer-orgel, robuust en romig van klank, het
neobarokke Van Leeuwen-orgel, helder en hoekig, en het Molzer-salonorgel, een bekoorlijke snuisterij met
snoeperige klank.
Het niveau van de openingsmanifestatie staat in contrast met het even ambitieuze als veelzijdige
concertprogramma dat het Orgelpark in petto heeft. Elke week zijn er twee tot drie concerten, met muziek
die reikt van Sweelinck tot John Cage, en van raga tot romantiek. Combinaties met andere instrumenten
alsook met dans, film en gastronomie gaat het Orgelpark niet uit de weg.
Ook het halfjaarlijkse tijdschrift Timbres is allerminst benepen van opzet, en houdt het vizier
zowel op de Parkkerk gericht als op de orgelcultuur in Londen en Berlijn. Als het orgel nu niet
definitief doorbreekt zal het in elk geval niet liggen aan dit nieuwe podium. En de artistieke leiding
is niet benauwd om zijn nek uit te steken; want zo kun je de zeperd van het openingsconcert natuurlijk
ook bekijken.
Een zeperd waar overigens weinig of geen subsidiegeld aan verspild werd. Voorzitter Loek Dijkman en zijn
orgelvrienden regelen het allemaal zelf.
© Frits van der Waa 2007