de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 12 februari 2007 (pagina 21)
Egarr zowel flodderig als bevlogen in Händel
Händel en Van Wassenaer. Academy of Ancient Music. Muziekcentrum Vredenburg Utrecht 9.2
Vroeger werd barokmuziek zo keurig in de maat gespeeld, dat met wel sprak van een naaimachine-esthetiek.
Het Händel-programma van de Academy of Ancient Music, vrijdag in het Utrechtse Vredenburg, deed
daarentegen te zeer denken aan met de hand vervaardigd stikwerk. Dat heeft alles te maken met Richard
Egarr, de ook in Nederland bekende organist en klavecinist die vorig jaar de leiding over het befaamde
Engelse barokorkest heeft overgenomen.
Egarr is een veelzijdig musicus met vele goede eigenschappen, maar standvastigheid hoort daar niet bij.
Bij de drie orgelconcerten van Händel vertolkt hij de solopartijen op een klein huiskamerorgeltje,
wat aanvankelijk heel charmant klinkt. De bevlogen losheid van zijn spel kan voor hetzelfde geld echter
worden beschouwd als regelrechte slordigheid. Ja, er zijn momenten dat de geest over hem vaardig wordt.
Maar die worden afgewisseld door druistig gespeelde passages vol misslagen en een tempo dat met met alle
winden meewaait. Die flodderige geest maakte zich tijdens een van Van Wassenaer Concerti armonici
ook meester van het uitgedunde ensemble.
Als orkestleider komt Egarr desondanks aanmerkelijk beter voor de dag. Zo besloot hij het optreden met
scherp gesneden uitvoeringen van twee van Händels Concerti grossi, waarin hij liet horen
hoezeer de architectuur op gradaties in klanksterkte gebouwd is.
Dat belooft wat voor de Matthäus Passion die Egarr de komende maand bij de Nederlandse
Bachvereniging gaat dirigeren. Zeker is wel dat de Academy of Ancient Music onder zijn leiding in
onrustig vaarwater is beland.
© Frits van der Waa 2007