de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 26 april 2007 (pagina K08)
Afspiegelingen van het koninkrijk Gods
Een vroeg demente echtgenote, een geheim tweede huwelijk. In zijn biografie laat musicoloog Christopher Dingle zien hoe dat alles zijn weerslag had op het oeuvre van Messiaen.
De Engelse musicoloog Christopher Dingle kan mooie zinnen schrijven. Neem het bloemrijke beeld waarmee
hij een van de hoofdstukken uit The life of Messiaen besluit: 'De componist van blijvende
monumenten die afspiegelingen waren van het koninkrijk Gods bracht het merendeel van zijn tijd door met
het bouwen van muzikale zandkastelen, die dezelfde dag nog weggespoeld werden door het getij.'
Olivier Messiaen (1908-1992), door velen beschouwd als de belangrijkste componist van zijn tijd, was
namelijk ook een groot improvisator als organist van de Parijse Eglise de la Sainte Trinité
begeleidde hij tientallen jaren lang elke zondag vier diensten.
Het is morgen precies vijftien jaar geleden dat Messiaen het tijdelijke met het eeuwige verwisselde.
Bovendien staat de honderdste geboortedag van de componist voor de deur. Dingles boek, een uitgave in de
paperbackreeks Musical lives van de Cambridge University Press, komt dus op een goed moment.
Uiteraard is het niet de eerste Messiaen-biografie bij lange na niet , maar Dingle zet alles
wel netjes op een rijtje. Het enige wat helaas ontbreekt, is een chronologische werkenlijst.
Op het eerste gezicht heeft Olivier Messiaen een weinig opwindend leven geleid. Vroegrijp, welopgevoed en
gewetensvol, maakte hij al snel naam en trad in de jaren dertig naar voren als belangrijkste lid van de
componistengroep La Jeune France. De oorlog bracht tegenslag, maar ook succes: zo componeerde hij als
krijgsgevangene zijn befaamde Quatuor pour la fin du temps, dat in januari 1941 zijn
première beleefde in het kamp Stalag VIIIa (bij dit onderdeel komt ook de vraag aan de orde of de
gebruikte cello inderdaad maar drie snaren had). Na zijn vrijlating, niet lang daarna, zette zijn
carrière een gestaag stijgende lijn in. Hij werd docent aan het Parijse Conservatoire, leidde een
hele nieuwe generatie componisten op, onder wie Pierre Boulez en Iannis Xenakis, en beitelde gestaag
voort aan een reeks meesterwerken die in 1983 zijn bekroning vond met de opera Saint François d'Assise.
Intussen, zo laat Dingle zien, ging zijn privéleven niet over rozen. Zijn echtgenote Claire Delbos
vertoonde al in de oorlogsjaren tekenen van vroegtijdige dementie en moest worden opgenomen in een
verpleeghuis. De diepgelovige Messiaen was al die tijd een onbestorven weduwnaar en ook nog eens
alleenstaand vader. Claire stierf in 1959 en toen Messiaen twee jaar later in het huwelijk trad met
pianiste Yvonne Loriod, die hij al jaren kende, hield hij dat aanvankelijk geheim. De laatste jaren van
zijn leven werden ook nog eens overschaduwd door gezondheidsproblemen.
Dingle laat zien hoe dat alles zijn weerslag had op Messiaens oeuvre, dat desondanks bepaald wordt door
een onverflauwd religieus levensgevoel, waarbij zijn enorm gevoel voor kleur en orkestratie, een bijna
dorre technische ondergrond en een onstilbare belangstelling voor vogelzang opgingen in een hoger geheel.
Saillant is ook dat de man die in 1945 nog werd gekwalificeerd als de 'atoombom van de eigentijdse muziek'
niet veel later werd uitgekreten omdat zijn muziek niet modern genoeg werd geacht. Het kan verkeren. Maar
Messiaen componeerde voor de eeuwigheid, en het ziet ernaar uit dat hij toch aan het langste eind heeft
getrokken.
Christopher Dingle: The life of Messiaen. Cambridge University Press; 261 pagina's; € 25,50; ISBN 0 521 63547 0.
Zie
Onan's Lemming
voor een zinvolle aanvulling op dit artikel
© Frits van der Waa 2007