de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 30 april 2007 (pagina 10)
In Van Vlijmens zwanenzang valt weinig extase te bespeuren
Schubert, Van Vlijmen, Mozart. Osiris Trio en Radio Kamer Filharmonie o.l.v. Frans Brüggen.
Concertgebouw Amsterdam (28/4). Radio 4: 1/5.
Van de overladen en waaghalzig geprogrammeerde concerten die met regelmaat de Zaterdagmatinee van dit
seizoen kenmerken, was de jongste aflevering niet de allerlangste, maar wel de onevenwichtigste.
Eigenlijk was het mooi genoeg geweest om Schuberts Unvollendete te combineren met het Trio
estatico dat Jan van Vlijmen twee weken voor zijn dood op 24 december 2004 voltooide. Dat had bij
gratie van het contrast in elk geval nog een soort rijm opgeleverd.
Nu liet de Radio Kamer Filharmonie ook nog een vioolconcert van Mozart en de Zesde van Schubert
volgen, waardoor de lengte van het optreden bijna drie uur bedroeg, en het spaarlampcomponeren van Van
Vlijmen moest concurreren met de hartverwarmende voltages van de beide klassieke meesters. Het hielp al
evenmin dat het trio gedurende zes van de dertig minuten die het in beslag neemt, veranderde in een
kwartet, door toedoen van een hardnekkig fluitend gehoorapparaat.
Omdat Van Vlijmen de bezetting van het pianotrio vrijwel steeds reduceert tot soli en duetten, is het
stuk extra kwetsbaar. De uitvoering werd dan ook eerder gedragen door de grote kwaliteiten van het Osiris
Trio dan door de even ascetische als langdradige notensubstantie. Het Trio estatico doet zich
tussen een goede kop en een mooie staart voor als een lange keten van organisch verbonden, maar verder
tamelijk oeverloze gebeurtenissen, waarin erg weinig extase te bespeuren is.
Aan dat laatste schortte het ook enigszins bij Liza Ferschtmans interpretatie van Mozarts vioolconcert
KV 216, zeker vergeleken met de vreugdevolle, boven de aardse beslommeringen uitstijgende
Schubertvertolkingen die Frans Brüggen de Radio Kamer Filharmonie ontlokte.
© Frits van der Waa 2007