Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 29 mei 2007 (pagina 13)

Opera in Rotterdam tot in de huiskamer

Operadagen Rotterdam tot en met 3 juni. Herhalingen In grosser Sehnsucht: 29 en 30 mei, 1 t/m 3 juni.

Poezen houden niet van opera. De siamees van de buren, die zich door een huiskamer vol genodigden niet liet afschrikken, ruimt dan ook prompt het veld wanneer sopraan Olga Zinovieva een aria uit Massenets Manon inzet. De toehoorders zijn geroerd, vooral door het inlevingsvermogen waarmee de zangeres het lied van het smeltende sneeuwmeisje uit Rimski-Korsakovs gelijknamige opera vertolkt. Gastvrouw Imelda van Hagen is opgetogen: 'Die twee meisjes waren helemaal in tranen, zag je dat?'

Opera bij mij thuis, staat er in grote letters op het affiche naast de voordeur. Het is een mooi artistiek offensief van de Rotterdamse Operadagen: wie thuis een piano heeft staan, mocht zich aanmelden voor een concert aan huis. Publiekswerving en verstrekking van consumpties komen voor rekening van de gastheer- of vrouw, en na afloop wordt er voor de musici rondgegaan met de pet. Zo vinden er in de tien dagen dat het festival duurt, tweeëntwintig huiskamerconcerten plaats, verspreid over de hele stad.

Rotterdam moet een heuse operastad worden, en is dat in elk geval tot en met drie juni. In de loop van elf dagen zijn er meer dan 30 voorstellingen en andere evenementen.

De operakoorts slaat bij de opening al toe. In de Doelen treden dirigent René Jacobs, het Orchestre des Champs-Elysées en een zestal solisten aan voor een concertante uitvoering van Rossini's Tancredi. Het is niet Rossini's allereerste opera, maar wel degene waarmee hij als twintigjarige in één klap zijn naam vestigde. In Rotterdam is sprake van een top-uitvoering, vooral dankzij tegenspeelster Rosemary Joshua, die haar stortvloed aan belcanto-fiorituren een fabelachtige lichtheid verleent, de klare taal van het mannenkoor The English Voices, en de kwaliteiten van het orkest, dat in weerwil van Jacobs' ondoorgrondelijke slagtechniek unaniem vonkt en sprankelt.

Onder de grote operavloot die Rotterdam binnenvaart zitten ook bijzondere kleine bootjes met een onalledaagse bemanning. Een sterk voorbeeld daarvan is In grosser Sehnsucht van Klas Torstensson, dat eigenlijk gecomponeerd is als een liedcyclus voor sopraan en pianotrio, maar zich perfect leent voor een theatrale adaptatie. Torstensson portretteert binnen het bestek van een uur vijf vrouwen uit de wereldgeschiedenis die bevlogenheid en een tragische levensloop gemeen hebben. De muzikale karaktertekening is fel en doeltreffend, met weerhaken en flitsen, maar ook met historiserende, soms nostalgische ondertonen.

De enscenering waaraan Gerrit Timmers en Mirjam Koen van het Onafhankelijk Toneel het stuk hebben onderworpen is sober en terughoudend. De set bestaat uit enkele rekwisieten en evocatieve beeld- en tekstprojecties op een gekromd achterdoek. Daarmee wordt alle aandacht gericht op sopraan Charlotte Riedijk die, ondersteund door het messcherpe spel van het Osiris Trio, elke tien minuten een volledig andere identiteit aanneemt, waar je onvoorwaardelijk in gelooft. Vijf scènes maken nog niet wat je onder een drama verstaat, maar verder heeft deze bondige voorstelling alles wat opera tot opera maakt.


© Frits van der Waa 2007