Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 12 juni 2007 (pagina 19)

Mahler met druk op de ketel

Mozart, Neuwirth en Mahler door de Radio Kamer Filharmonie en het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Jaap van Zweden. Concertgebouw, Amsterdam, 9/6..

Het blijft een wat merkwaardig gegeven dat de muziek van Gustav Mahler zo'n beetje de maat van alle dingen is geworden – de ultieme maatstaf waaraan een orkest beoordeeld wordt, en tevens die waaraan men de kwaliteiten van een dirigent pleegt te toetsen. Het heeft natuurlijk alles te maken met de obsessieve voorliefde die de laatstgenoemde beroepsgroep koestert voor de grote symfonicus. Elke dirigent wil zijn eigen Mahler-cyclus.

Toen Edo de Waart chef-dirigent van het Radio Filharmonisch Orkest werd, rustte hij niet voor hij alle negen symfonieën plus de liedcycli op zijn naam had (en dat terwijl het RFO nu juist opgericht is om ándere muziek uit te voeren dan de gewone orkesten al doen).

De Waarts opvolger, Jaap van Zweden, is uit exact hetzelfde hout gesneden. Nee, uit tweemaal zo hard hout. Dat demonstreerde hij zaterdag in een dubbelprogramma dat het natuurlijke slot van de Zaterdag verlegde tot kwart voor elf 's avonds. Kern van de zaak was de uitvoering van zowel Mahlers Zesde als Zevende Symfonie, die elk afzonderlijk al een kleine anderhalf uur duren. Aan de hand van deze dubbele meetlat kon niet alleen Van Zweden zelf, maar ook het RFO laten horen dat ze niet alleen in artistiek, maar ook in atletisch opzicht hun mannetje staan. Anders dan gewoonlijk wordt de radio-uitzending niet op dinsdagavond herhaald, maar bewaard voor een passender moment in het zendschema.

Om hun collega's wat op te beuren tijdens de duurproef verzorgde de Radio Kamer Filharmonie in beide gevallen het voorprogramma, dat 's middags bestond uit een volstrekt verwaarloosbare uitvoering van Mozarts pianoconcert KV 595, waarin de gezapigheid van Richard Goodes zijige spel ongunstig afstraalde op het orkest. Dat viel de trompettist Marco Blaauw 's avonds niet aan te rekenen tijdens de Nederlandse première van ...miramondo multiplo..., een vijfdelige compositie van de Oostenrijkse Olga Neuwirth. Hoewel er veel langskomt in dit werk, blijven de korte deeltjes nogal steken in dwarse hoempaatjes en dito klankvelden, en beklijft vooral de rijk gevarieerde solopartij, mede dankzij het fabuleuze spel van Blaauw.

In Van Zwedens Mahlerbenadering overheerste aanvankelijk een nuchtere, vooral stoere klankgeving, waarin de geledingen duidelijk naar voren kwamen. Echt spannend werd het tijdens het over elkaar metselen van verschillende muzikale lagen in de Finale van de Zesde. Bij de uitvoering van de Zevende wreekten zich de vele overeenkomsten tussen de beide werken, zoals de overspannen fanfares en de akoestische doorkijkjes naar Alpenweiden. Niettemin is het duidelijk dat Mahler in de Zevende een stuk verder gaat in de fragmentatie van zowel de vorm als het harmonische vocabulaire. Van Zweden hield druk op de ketel, bewoog zijn musici tot topprestaties, en imponeerde door de manier waarop hij de wild heen en weer zappende muziek aan het slot bijeen- en de hysterie op afstand hield.


© Frits van der Waa 2007