de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 14 juni 2007 (pagina K08)
Zo nobel, zo nadenkend en zo verheffend
Musicus John Adams heeft er een hekel aan om in een hokje te worden gestopt, zoals ook de term
'politieke opera' hem niet bevalt: 'Het hele leven is politiek.'
Er zijn weinig componisten die zo boeiend over hun eigen werk kunnen vertellen als John Adams. Er zijn,
goed beschouwd, ook maar weinig componisten die zulke boeiende muziek schrijven, en dat verband lijkt
niet helemaal toevallig. Adams, wiens opera Doctor Atomic afgelopen zondag zijn eerste Europese
uitvoering beleefde in het Amsterdamse Muziektheater, is een componist voor wie 'verstaanbaarheid' een
groot goed is.
Daarmee is niet gezegd dat zijn werk eenvoudig of eenduidig is integendeel. Adams draait zijn hand
niet om voor vreeswekkend grote oratoria, maar evenmin voor synthesizermuziek, musicalliedjes of
verfijnde instrumentale filigraanwerkjes, en weet daarbij toegankelijkheid te verenigen met diepgang.
Hoewel hij onlangs zestig jaar oud geworden is, vernieuwt hij zichzelf nog steeds. Hij is uitgegroeid
tot een boegbeeld van de Amerikaanse cultuur. Zijn The Transmigration of Souls, een cantate ter
nagedachtenis aan de slachtoffers van de aanslag op het World Trade Center, dwong allerwegen bewondering
af door de kiesheid waarmee hij het onderwerp had verklankt.
Van jongs af aan heeft Adams geworsteld met het in de jaren zestig zo gangbare imago van de hedendaagse
componist als wetenschapper of technocraat. Toen hij, aan het einde van de jaren zeventig, zijn eigen
taal vond, kwam hij erachter dat er drie elementen waren waar hij absoluut niet buiten kon: puls,
tonaliteit dan wel modaliteit, en herhaling. 'Juist de elementen die door de serialisten systematisch
waren vernietigd, of 'gedeconstrueerd', zegt hij in het interview waarmee The John Adams Reader
opent tegen samensteller Thomas May.
Mays boek heet met recht een 'reader'. In ruim vierhonderd bladzijden zijn hier de belangrijkste
artikelen en geschriften over Adams en zijn muziek bijeengebracht. De collectie bevat naast toelichtingen
op en recensies van Adams' werk ook een aantal geschreven portretten, alsmede artikelen van of over
artiesten met wie hij nauw heeft samengewerkt, voorop Peter Sellars, die ook Doctor Atomic heeft
geregisseerd.
Sellars en Adams schiepen met Nixon in China (1985-1987) een genre dat wel is getypeerd als 'CNN-opera'. De term is niet zo vreemd, omdat het libretto was gebaseerd op
het bezoek dat de Amerikaanse president Nixon in 1972 bracht aan de Volksrepubliek China, en de
vormgeving rechtstreeks ontleend was aan de bijbehorende journaalbeelden. Adams heeft er een hekel aan om op die manier in een hokje te worden gestopt, zoals ook de term 'politieke opera' hem niet bevalt: 'Het hele leven is politiek,' vindt hij.
In de loop van het boek werkt die enorme gewetensvolheid van Adams en de dikwijls aanwezige Sellars een
zekere irritatie in de hand, zo nobel, nadenkend en verheffend gaan ze te werk. Maar dat komt toch in
een ander licht te staan als de lezer aanlandt bij de controverse rond de opera The Death of
Klinghoffer, die na ruim vijftien jaar nog steeds niet is uitgewoed. De opera, die stamt uit 1991,
gaat over de kaping van het schip Achille Lauro in 1985, waarbij de Israëlisch-Palestijnse kwestie
nadrukkelijk van beide kanten wordt belicht. Voor ons vanzelfsprekend, zo niet in de VS, waar vooral na
9/11 de nuance aardig zoek is.
De kroon spant wel een ook in het boek opgenomen artikel van musicoloog Richard Taruskin, die Adams'
werk in december 2001 laakte en zelfs pleitte voor een vorm van censuur. 'Kunst kan schade aanrichten.
De Taliban weten dat. Het is tijd dat we daar lering uit trekken.' Foei, Taruskin! Ga je diep schamen.
Thomas May (ed.): The John Adams Reader: Essential Writings on an American Composer. Amadeus Press; 455 pagina's;
€ 32,95; ISBN 1 57467 132 4.
© Frits van der Waa 2007