de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 18 juni 2007 (pagina 11)
Cultuur met de C van 'Classique'
Het eerste Festival Classique is nog maar amper een uur bezig, of het wordt al hoopvol gedoodverfd als
een 'traditie'. Den Haag is het North Sea Jazz Festival kwijtgeraakt aan Rotterdam, en men heeft dan ook
zijn uiterste best gedaan om het ontstane cultuurgat te vullen. Met klassieke muziek, zij het dat de c en
de q van 'Classique' eerder thuis lijken te horen in een wereld van espressomerken of meubelboulevards.
De organisatie is nog niet zo ver dat ze de afkorting 'FC Den Haag' (in onbruik sinds de herintroductie
van ADO op de voetbalvelden) al nieuw leven heeft ingeblazen.
De presentatrice van het openingsconcert blijkt dol op romantiek. 'Stel u voor', kneutert ze over Georg
Friedrich Händel, 'een rivier met daarop een boot met vijftig musici, omringd door kleine bootjes.
Het was heel romantisch toen, en het wordt nu vast ook heel romantisch.' Licht exotisch is de Engelse
tongval van de dirigent Simon Murphy, van het barokorkest New Dutch Academy, die in zijn toelichting op
Händels Water Music graag de toonsoorten ('tuinsoorten') betrekt. Hij weet in ieder geval
waar hij het over heeft. Het werk ruist vervolgens wat blikkerig over het water van de Hofvijver, waar
een groot overdekt podium en dito tribune zijn opgericht, maar net als in 1717 (en net als onlangs in het
Concertgebouw) sorteert het veel effect.
Wat het driedaagse festival voor gezicht moet krijgen is nog niet recht duidelijk. Met veel eet- en
reclamekraampjes, vlaggen, een heuse EHBO-post, openluchtpodia en veel versterkt geluid lijken de
organisatoren het evenement de allure te willen geven van een popfestival. De programmering is allereerst
gebouwd op Grote Namen: voorop de zangeres Jessye Norman, waarbij de bedenkers wellicht voorbij zijn
gegaan aan het gegeven dat de diva en haar stem inmiddels wat aan gewicht verloren hebben. Verdere
prominenten zijn het Brodsky Quartet, de King's Singers, sopraan Charlotte Margiono en het Freiburger
Barockorchester, dat in een van de brochures consequent wordt aangeduid als 'Barkorchester'.
In dit net niet meer aandoenlijke gebrek aan diepgang is de hand van coproducent de AVRO te herkennen. Zo
heeft de omroep het jaarlijkse Edison Gala 'gekoppeld' aan het festival, maar dat is al een dag voorbij
als burgemeester Deetman zijn openingsspeech houdt.
Leerlingen van het Koorenhuis laten op het Plein horen wat ze kunnen. Aan het andere eind van het jong
talent-spectrum staan vrijwel volleerde zangers van de Nieuwe Opera Academie, die in twee operaatjes,
Le Docteur Miracle en La tragédie de Carmen, de zonnige en de tragische kant van
componist Georges Bizet laten zien. Met een van de Nederlandse Opera geleende eettafel en een paar
stoelen maakt regisseur James Robert Carson er een absorberende dubbelvoorstelling van. Het zangtalent
van Simone Riksman (Laurette) en Bassem Alkhouri, een welbespraakte Don José, draagt daar in niet
geringe mate aan bij.
Het Groot Ambtenarenconcert, die middag op het Pleinpodium, is in zoverre teleurstellend dat er geen
schare musicerende kantoorwerkers, maar een saxofoonkwartet komt opdraven. De bedoeling was dat
medewerkers ten departemente zich na gedane arbeid zouden komen vertreden, maar dat is op het oog niet
erg gelukt.
Vooralsnog heeft het FC Den Haag een zo krachtdadig doorgezette simultaanprogrammering, met soms wel een
elftal evenementen op een en hetzelfde tijdstip, dat het niet verwonderlijk is dat het zijn doel wat
voorbij schiet. Maar het kan nog komen: het eveneens als een 'traditie' in de markt gezette Gergjev
Festival van Rotterdam liep in de begintijd ook niet zo best.
© Frits van der Waa 2007