Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 28 juni 2007 (pagina K16)

Fijne trippeltoontjes

Beethoven en Schubert. Liza Ferschtman en Inon Barnatan. Challenge.

'Lyriek is niet de sterkste kant van dit sterk op muzikale structuur gerichte duo, maar datzelfde kan ook van Beethoven beweerd worden', merkte de Volkskrant vorig jaar op naar aanleiding van een optreden van violiste Liza Ferschtman en pianist Inon Barnatan. Het is of het tweetal met zijn eerste cd juist deze mededeling heeft willen logenstraffen, want allemachtig, wat spelen ze Beethovens Tiende Sonate verfijnd en delicaat, en ja, ook Beethoven toont zich in dit werk van zijn meest poëtische kant.

Het uitmuntende muzikale partnerschap van dit koningskoppel leidt in Schuberts Fantasie in C tot minstens even verrassende resultaten: naast magische momenten die de vreemdste dingen doen met het tijdsbesef, staan ontladingen die je achter de meestentijds zo bekoorlijke Schubert nauwelijks gezocht zou hebben. Ferschtman en Barnatan paren diepgang aan evenwicht, en doen met hun tot in de fijnste trippeltoontjes geciseleerde uitvoering alle recht aan de hoorn des overvloeds die Schubert hier uitgiet. De instrumentale versie van het lied Sei mir gegrüsst, waarop deel drie van de fantasie gebaseerd is, is een logische, maar niet erg climactische afsluiting van de cd.

Mozart. Vioolsonates vol. 4. Rachel Podger en Gary Cooper. Channel Classics.

Het vioolspel van Rachel Podger doet in eerste instantie een beetje preuts aan, maar dat kan te maken hebben met haar opvatting van Mozarts Sonate in Es uit 1778. De negen jaar later gecomponeerde Sonate in A, K 526 krijgt juist een extraverte, uitbundige vertolking. Het fortepianospel van Gary Cooper sprankelt en ademt veel plezier, maar kon wat meer zwier gebruiken. Met dat al is het goed toeven bij dit tweetal, dat op deze vierde aflevering in zijn reeks met Mozartsonates een bonte collectie van pril en rijp werk heeft bijeengebracht, die tot een soms wat extreme afwisseling leidt. Waarmee overigens des te duidelijker wordt hoe geniaal Mozart al op zijn tiende was, en hoe veel genialer hij twintig jaar later nog was geworden.

Mozart: hoornconcerten. Paul van Zelm en Combattimento Consort o.l.v. Jan Willem de Vriend. Etcetera.

Vergeleken met de vioolsonates horen Mozarts hoornconcerten toch tot zijn iets minder geïnspireerde, naar het routineuze neigende werk. Hoewel hij ze componeerde voor zijn gewaardeerde vriend, de hoornist Joseph Leutgeb, hebben ze een zekere eenvormigheid die, zeker als je ze alle vier achter elkaar hoort, vrij scherp naar voren komt. De uitvoeringen van het Combattimento Consort bieden echter voldoende tegenwicht, met hun tot in elk detail hout snijdende eloquentie. Minstens zo oorstrelend is het aandeel van Paul van Zelm op de 'natural horn', zoals het op de buitenkant staat. Daarmee is uiteraard geen beestenhoorn bedoeld, maar de ventielloze hoorn uit Mozarts tijd, waarop in principe alleen natuurtonen gespeeld konden worden. Het timbreverschil is niet echt weg te poetsen, wat des te beter hoorbaar maakt dat Van Zelm de techniek tot in de vingertoppen beheerst.

Haydn: Sinfonia Concertante e.a. Nederlands Kamerorkest o.l.v. Gordan Nikolic. PentaTone.

Bij de Haydn-vertolkingen van het Nederlands Kamerorkest wreekt zich dat het ensemble, anders dan het Combattimento Consort, niet gespecialiseerd is in de oude muziek, en ook dat violist Gordan Nikolic toch meer een aanvoerder dan een dirigent is. Die combinatie leidt tot uitvoeringen die zeker in de snelle delen een wat roezemoezig klankbeeld hebben. Dit in weerwil van de op zichzelf uitstekende prestaties van de solisten in de Sinfonia Concertante.


© Frits van der Waa 2007