Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 17 juli 2007 (pagina 12)

Leonhardt vindt kleine parels in de berm van de barok

Storace, Frescobaldi, Salvatore, Froberger, Tunder, Strunck, Böhm en Purcell , door Gustav Leonhardt. 15 juli, Nieuwe Kerk, Amsterdam.

De goudmijn van de 17de-eeuwse barokmuziek is nagenoeg onuitputtelijk, zeker als het om de Duitse en Italiaanse orgelmuziek gaat. Er zijn tal van minder bekende of nagenoeg vergeten componisten die toch muziek hebben geschreven die je als luisteraar versteld doet staan.

Voor het slotconcert van de jaarlijkse orgelserie in de Nieuwe Kerk had Gustav Leonhardt, de vaste organist, een fascinerende bloemlezing van dergelijke stukken samengesteld. Leonhardt, de 79-jarige pionier van de oude muziek, heeft zich nooit blind gestaard op Bach, maar ook altijd gespeurd naar de kleine pareltjes in de berm van de barok.

Zo wierp Leonhardt licht op de kunstigheden en sierlijke guirlandes die componisten als Giovanni Salvatore en Bernardo Storace hebben vervat in hun toccata's. Storace is ook de auteur van een reeks kunstige variaties op de melodie La Spagnoletta, met imitaties alom, die weer zijn echo vond in een Cappriccio over hetzelfde gegeven van Girolamo Frescobaldi.

De namen van Frescobaldi en zijn Duitse erfgenaam Johann Jakob Froberger zijn relatief bekend. Frescobaldi's twee toccata's hebben met hun voortdurende harmonische omzwervingen een welhaast moderne dubbelzinnigheid. De Hexachord Fantasie van Froberger is daarentegen een monument van de overtreffende trap. Het simpele uitgangspunt, een stijgende reeks van zes tonen, wordt in steeds bloemrijkere verpakkingen gepresenteerd, tot ten slotte ook alle beschikbare tussenruimte wordt opgevuld en het thema verandert in een chromatische sliert van tien tonen.

Na twee koraalbewerkingen brachten de Chaconne in G van Georg Böhm en twee werken van Purcell meer luchtigheid in het met zorg samengestelde recital, waarin Leonhardt registraties koos die innigheid paarden aan uitbundigheid, en een gedistingeerde lijnvoering verzoende met een beheerste zwier.


© Frits van der Waa 2007