Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 augustus 2007 (pagina K20)

Goedgemutst en vrijpostig

Saint-Saëns, Poulenc, Devienne en Milhaud. Sabine Meyer en Oleg Maisenberg. EMI.

Al sinds ze als eerste vrouw binnendrong in het mannenbolwerk van de Berliner Philharmoniker is de Duitse klarinettiste Sabine Meyer een begrip in muziekkringen. Ze hield het overigens niet lang uit in dat orkest, niet alleen vanwege haar kunne, maar ook vanwege haar kunnen: ze heeft zich sedertdien volledig toegelegd op haar solocarrière.

Haar jongste cd biedt een fraaie keus uit het Franse klarinetrepertoire, die reikt van een sonate van François Devienne, een generatiegenoot van Mozart, tot de Klarinetsonate die Francis Poulenc componeerde in 1962. In beide werken demonstreert Meyer, gesteund door pianist Oleg Maisenberg, niet alleen haar beheersing van timbre en techniek, maar bovenal haar intens muzikale benadering. Poulencs muziek is welbespraakt en goedgemutst, op het brutale af, terwijl ze het klassieke, sterk melodisch georiënteerde vocabulaire van Devienne een grote emotionele reikwijdte verleent.

De Sonate die Camille Saint-Saëns in 1921 componeerde, is voor de tijd van ontstaan allesbehalve modern, maar ontgint de timbrerijkdom van het instrument van de donkerste diepten tot de ijlste hoogten. Tegenover dit gladgeslepen stuk staat dan weer het vrijpostige Scaramouche van Darius Milhaud.

Nielsen en Aho. Martin Fröst, Lahti Symphony Orchestra o.l.v. Osmo Vänska. Bis.

De Zweedse klarinettist Martin Fröst is van een latere generatie dan Sabine Meyer, en hoewel hij haar misschien verslaat op het punt van virtuositeit is zijn klankkleurenpalet eenvormiger en minder rijk aan tinten. Het kan ook iets te maken hebben met de voorkeur voor Scandinavische componisten die hij belijdt op deze cd. Het Klarinetconcert van de Deen Carl Nielsen, uit 1928, bevat naast lyrische passages ook veel stroef contrapunt. Nielsen toont zich verder een groot liefhebber van de fagot en speciaal van de roertrommel, waarvan hij in alle delen iets te gretig gebruik maakt. Het recente klarinetconcert van de in 1949 geboren Fin Kalevi Aho is verre van revolutionair, maar zoekt wel de uitersten op. Woeste kippedrift en trilbibbers alterneren met dun uitgesmeerde pindakaas, en het slotdeel bevat de pijnlijkste geluiden die je maar uit een klarinet kunt halen. Fröst biedt dat alles manmoedig het hoofd.

Domenico, Dyens, Villa-Lobos e.a. Dale Kavanagh. Hänssler.

Voor gitaarliefhebbers is er misschien iets te beleven aan het smetteloze spel van de Canadese gitariste Dale Kavanagh, maar over haar smaak valt beslist te twisten. Wat een treurige liflafjes vol zeurderige gitariteiten heeft ze bijeen gezocht. Het gaat direct mis met een Chaconne waarin Carlo Domenico het model van Bachs Chaconne uit Vioolsonate BWV 1004 inkleurt met de afschuwelijkste tinten. De rest van de collectie brengt nauwelijks verlichting.

The Gothenburg Combo: Soundscapes. Northwest Classics.

De cd Soundscapes van de twee Zweedse gitaristen die het Gothenburg Combo vormen, leunt weliswaar erg tegen de ambient aan maar ademt een geest van avontuur. Het openingsstuk, een eigen compositie, exploreert allerlei timbres op de grens van toon en boventoon. Soms is het bijna niet te geloven dat het om twee doodgewone akoestische gitaren gaat. Erg nieuw is het aan de andere kant ook weer niet, want oudere collega's John Abercrombie en Ralph Towner deden in jaren zeventig al vergelijkbare verkenningen. De rest van de cd houdt niet over: Steve Reichs Nagoya Guitars snijdt hout, maar duurt slechts vijf minuten. En de Gothenburgse bewerking van diens Piano Phase ontbeert agressie en urgentie.


© Frits van der Waa 2007