de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 6 augustus 2007 (pagina 13)
Liza Ferschtman brengt vers bloed naar Delft
Delft Chamber Music Festival. 3 en 4 augustus, Museum Het Prinsenhof, Delft. T/m 12/8. Radio 4 (live):
7/8, 14.15 en 20.15; 12/8, 14.15 en 20.15. www.delftmusicfestival.nl
Veel woorden maakt violiste Liza Ferschtman niet vuil aan de opening van het elfde Delfts
Kamermuziekfestival, dat voor de eerste keer door haar samengesteld is. In twee zinnen is het eigenlijk
al gebeurd, en dan zet een zevenkoppig strijkersgezelschap een In nomine van Purcell in. Met
serene, ijle tonen laten ze hun moderne instrumenten klinken of het een gambaconsort is.
Tien jaar leidde Isabelle van Keulen het festival, dat altijd plaatsvindt in de tot concertzaal verbouwde
binnenplaats van Museum het Prinsenhof, op tien schreden afstand van de plek waar in 1584 Willem van
Oranje werd doodgeschoten.
Nu Ferschtman het roer in handen heeft is er eigenlijk geen sprake van een andere koers: de programmering
is nog altijd een aangename mix van bekend en minder bekend repertoire, met de nadruk op de klassieke en
romantische periodes en een enkel uitstapje naar muziek uit een recenter verleden.
Wat wel veranderd is, is de kring van musici die de concerten verzorgt. Met behoud van een paar
gerenommeerde gasten zoals de pianisten Bella Davidovich en Enrico Pace heeft Ferschtman een boel vers
bloed ingebracht.
Onder de muzikanten die de eerste twee dagen hun opwachting maken zijn het vooral de Zwitserse violiste
Esther Hoppe en de Israëlische pianist Inon Barnatan die opvallen. Beiden zijn nog geen dertig, maar
leggen een ongewone bezieling in hun voordracht, die vooral te maken heeft met het voortdurende contact
dat ze onderhouden met hun medespelers.
Dat leidt vooral in het middagconcert van zaterdag, gewijd aan 'De Weners' tot grootse resultaten. Enrico
Pace opent met een steeds diepgravender uitvoering van Brahms' Klavierstücke op. 118, gevolgd
door Schönbergs minuscule Klavierstücke op. 19, nog geen twee decennia later
gecomponeerd, maar muzikaal gesproken een lichtjaartje verder. En toch zijn er parallellen, die weer
doorgetrokken worden in het Adagio uit het Kammerkonzert van Alban Berg, dat onder handen
van Hoppe, klarinettist Lars Wouters van den Oudenweijer en pianist Benjamin Engeli een prangende
vertolking beleeft.
Intussen brengt de zon op de met glas overdekte binnenplaats een ongenadig broeikas-effect teweeg, zodat
de musici die aantreden voor Schuberts Forellenkwintet al snel beginnen te glimmen alsof ze in een
sauna zitten. De forellen eindigen dan ook bijna gestoofd, maar niettemin voortreffelijk opgedist, met
Barnatan als de spil in het gezelschap van chefkoks.
De jonge pianist, die we hier kennen als vaste pianist van Ferschtman, is een meester in het doseren op
de vierkante millimeter. Hij overvleugelt zijn medemusici geen moment, en komt samen met hen in dit niet
bijster origineel gekozen stuk tot een interpretatie die het niveau van een gelegenheidsuitvoering verre
overstijgt.
Bij het Michelangelo Kwartet, dat 's avonds Mozarts Strijkkwartet KV 421 uitvoert, ontbreekt het
nou juist aan dit soort elan, zodat de muziek deugdelijk, maar toch wat matjes over het voetlicht komt.
Totaal overbodig daarentegen zijn de twee moderne extraatjes. Aus den Visionen von Hildegard von Bingen
is een nietszeggend etudetje van Sofia Goebaidoelina waarvoor fagottist Bram van Sambeek speciaal naar
Delft is getogen. En Moz-Art, een kennelijk grappig bedoeld vioolduet naar brokjes Mozart van
Alfred Schnittke, is niet alleen zouteloos, maar ook nog eens doodgewoon lelijk, ondanks het flitsende
samenspel van Ferschtman en Hoppe.
Dat alles wordt dan weer gecompenseerd wanneer er drie strijkers bij komen, met wie ze een bevlogen
uitvoering van Mozarts Kwintet KV 593 leveren. Terwijl het zwerk boven de zaal duisterder wordt,
licht de zaal op in de akkoordengloed en de twinkelende, verstrengelde lijnen waarin Mozart de
giechelende chromatische loopjes van het slotdeel heeft ingebed. Tot komende zondag is Delft, in muzikaal
opzicht althans, weer even een wereldstad.
© Frits van der Waa 2007