de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 3 oktober 2007 (pagina 17)
Subliem klankdecor voor rouw, opstandigheid en berusting
Händel door Ian Bostridge en het Orchestra of the Age of Enlightenment o.l.v. Steven Devine.
1 oktober, Concertgebouw, Amsterdam.
De gevierde zanger was niet de enige die schitterde op het Concertgebouwpodium. Achter hem fonkelde een
klein sterrenstelsel, in de gedaante van het Orchestra of the Age of Enlightenment, vanachter het
klavecimbel aangevoerd door Steven Devine. En boven hen straalde het zonlicht van Georg Friedrich
Händel.
Tenor Ian Bostridge kwam even langs met een aantal aria's van zijn nieuwe Händel-cd om de serie
Vocaal in de Grote Zaal te openen een klein serietje met grote namen: volgende gasten zijn
Vesselina Kasarova, Nelly Miricioiù en Bryn Terfel.
Het orkest pakte op zijn voordeligst uit met twee Concerti grossi, waarin de twee soloviolisten
beurtelings duelleerden en converseerden. Bostridge, als altijd in topvorm met zijn slanke en toch
stevige naturelklank, toonde zijn wendbaarheid met verliefde, triomfantelijke en smekende geluiden in
aria's uit Messiah, Semele en Jephtha.
Maar de kern van het optreden was een blokje uit Ariodante. De zanger en het orkest wedijverden in
versmeltingskunst. De strijkers, gedragen door donzige pizzicati in de bassen, murmureerden op een manier
die eerder aan het 19de-eeuwse Frankrijk dan aan het 17de-eeuwse Engeland deed denken een subliem
klankdecor voor de rouw, opstandigheid en berusting die Bostridge in de aria Scherza infida! legde.
Helaas was er ook weer die hatelijke concertbezoeker die de broze stilte aan het slot bedierf door er
voor het applaus nog gauw een bravo tussen te persen. De musici gaven lik op stuk met een ballet
uit dezelfde opera, waarin alles wat barokmuziek leuk maakt ruimschoots voorhanden is, van radicaal
eenstemmige tutti-passages tot wervelende veelstemmigheid, met als extraatje het bucolisch accent van
een knerpend hobootje.
© Frits van der Waa 2007