Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 4 februari 2008 (pagina 10)

Buribajev op dreef bij RPhO

Sjostakovitsj, Tsjaikovski e.a., door het Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Alan Buribajev. De Doelen Rotterdam (1 februari).

Zijn jonge musici de aangewezen vertolkers voor muziek van jonge componisten? Bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest traden vrijdag twee 28-jarige musici aan, met muziek van Sjostakovitsj (27 toen hij zijn Eerste Pianoconcert componeerde) en Tsjaikovski (26 toen hij zijn Eerste Symfonie af had). Goed, er zat ook nog een stuk bij van de 56-jarige Rimski-Korsakov (een suite uit diens weinig diepgravende opera Tsaar Saltan).

We gaan meer van ze horen. De dirigent Alan Buribajev, geboortig uit Kazachstan, begint komend seizoen als chef bij het Brabants Orkest. Zijn optreden is erg pront, en hij zwaait met zijn stok alsof hij ermee tussen zijn schouderbladen wil krabben, wat vermoeiend is om naar te kijken, maar hij haalt glorieuze klanken uit het orkest.

De pianist Simon Trpceski, afkomstig uit Macedonië, brengt over een maand in de roemruchte Amsterdamse serie Meesterpianisten een goeddeels Russisch programma. Het Concert voor piano, trompet en strijkorkest van Sjostakovitsj speelde hij anderhalf jaar terug ook al eens met het Concertgebouworkest. Opnieuw trof zijn vertolking door briljante, ongesausde pianistiek, een eraffineerde timing en het vermogen om luisteraar met enkele tonen mee te voeren in het hart van de muziek. De trompettist André Heuvelman bracht de andere solopartij al even beheerst en glashelder.

Tsjaikovski's eersteling is niet over de hele linie interessant en bevat veel wat in zijn latere symfonieën succesvoller is uitgewerkt, met name de dramatisch doortetterende trompetpartijen in de hoekdelen (enkele spannende stiltes werden aan diggelen gehoest). Boeiender waren de kalmte in het tweede deel, en de innerlijke onrust in het scherzo, waarin Buribajev, die ondanks zijn centrifuge-bewegingen goed anticipeert op de musici, de hortende ritmiek wist te verzoenen met de gemoedelijkheid van het tussendeel.


© Frits van der Waa 2008