Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 7 februari 2008 (pagina 17)
deze versie is licht gecorrigeerd

Holland Symfonia heeft recht op meer publiek

Ketting, Stravinsky en Adams, door Holland Symfonia o.l.v. Jurjen Hempel. 5 februari, Muziekgebouw, Amsterdam.

De tegenspeler is niet de duivel, maar de dood, en daarmee heeft Peter-Jan Wagemans een heel nieuwe draai gegeven aan l'Histoire du Soldat, Stravinsky's baanbrekende meesterwerk uit 1918. Wagemans is in het dagelijks leven componist, maar was lange tijd programmeur van Holland Symfonia. Met deze productie heeft hij zich voor het eerst op het regisseurspad begeven.

Holland Symfonia heeft last van slechte zichtbaarheid. Dat komt niet alleen doordat het orkest een flink deel van de tijd in de bak zit om balletten te begeleiden. De naam (gekozen bij het samengaan van Nederlands Balletorkest en Noordhollands Philharmonisch Orkest) heeft weinig profiel.

Maar met zijn originele wijze van programmeren verdient het orkest veel meer publiek dan het bescheiden gezelschap dat dinsdag in het Amsterdamse Muziekgebouw getuige was van een enerverend concert.

In zijn oorspronkelijke versie behelst l'Histoire du Soldat een sprookje over een soldaat die zijn viool aan de duivel verkoopt. Stravinsky en zijn tekstschrijver Ramuz schakelden daarvoor een achtkoppig muziekgezelschap plus een verteller in. Wagemans heeft evenwel die oude tekst vervangen door passages uit Reis naar het einde van de nacht uit 1932 van Louis-Ferdinand Céline. De in de eerste persoon vertelde lotgevallen van een frontsoldaat in het jaar 1914 passen niet alleen naadloos bij de titel, de bittere galgenhumor sluit ook perfect aan bij de muzikale addertjes onder het gras die Stravinsky verborgen heeft in zijn marsen, tango's en walsen.

De enscenering is simpel: verteller Paul Röttger beweegt zich op en om een tafel, schrijft tijdens de muziek met twee handen, schenkt thee, peinst en fronst. Tussendoor spreekt hij, geconcentreerd en indringend. Met een videocamera worden zijn acties in grootbeeld en stemmig zwartwit boven het orkestje geprojecteerd. Aanvankelijk maakt Röttgers optreden een wat nerveuze indruk, maar dat maakt de versobering die allengs intreedt alleen maar indrukwekkender. En de inhoud van Célines relaas is griezelig actueel, ook al is de Eerste Wereldoorlog al bijna 90 jaar afgelopen.

De acht musici leverden onder dirigent Jurjen Hempel een briljante uitvoering, waarbij vooral het gepeperde aandeel van concertmeester Tinta Schmidt von Altenstadt opviel. De violiste toonde andermaal een staaltje van haar kunnen in John Adams' Chamber Symphony uit 1992, dat verbazend goed aansluit op het werk van Stravinsky, al is de hoeveelheid noten die Adams rondsproeit waarschijnlijk tientallen malen groter.

De opening van het programma, De Overtocht/De Aankomst van Otto Ketting, ook een Stravinskiaan, sloot daar goed op aan, maar viel tegelijkertijd wat in het niet. Ketting heeft de bezetting van het eerste onderdeel, oorspronkelijk een ensemblewerk, iets uitvergroot voor Holland Symfonia. De twee delen zijn desondanks nog altijd zo verschillend dat de combinatie als tweeluik niet erg overtuigt.


© Frits van der Waa 2008