de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 6 maart 2008 (pagina K16)
Universum zonder haast
Joep Franssens: werken voor koor en orkest. Nederlands Kamerkoor, Groot Omroepkoor en Radio Filharmonisch
Orkest o.l.v. Gerd Albrecht en Tõnu Kaljuste. Etcetera.
Haast bestaat niet in het merkwaardige klankuniversum van componist Joep Franssens. De werken op deze cd,
die alle drie nog in de vorige eeuw zijn opgenomen, ontspinnen zich in bespiegelende, traag verglijdende
lagen vol somptueuze timbremengsels. De behaaglijke oppervlakte lijkt soms belangrijker dan de inhoud,
maar in zijn streven naar emotionele zeggingskracht kan Fransens' werk een zekere diepgang niet ontzegd
worden. Harmony of the Spheres (op de cd staat het eerste deel), is eerder op plaat gezet door het
Nederlands Kamerkoor. Roaring Rotterdam en Magnificat zijn plaatpremières.
En live-opnamen, wat een enkel ruw uitschietertje in het koper vergeeflijk maakt.
Lowlands: werk van Pijper, Ketting, Kattenburg, Beers e.a. Eleonore Pameijer en Frans van Ruth.
FutureClassics.
Hoewel alle werken op de dubbel-cd Lowlands gecomponeerd zijn door Nederlanders in de jaren 1920-1960, en
geschreven zijn voor fluit en piano (op één reeksje fluitsolo's na), is de verzameling die
Eleonore Pameijer en Frans van Ruth bijeen hebben gebracht verrassend veelzijdig. Het vroegste werk is de
bitse maar boeiende Sonate van Willem Pijper (1925), het laatste Sélections pour la flute,
een vroeg werk van Peter Schat dat ontbreekt in de twee jaar geleden verschenen doos met Schats Verzameld
Werk en niet alleen daarom, maar ook louter muzikaal de moeite waard is. Enig epigonisme valt de
componisten niet te ontzeggen, toch zijn er verscheidenen die eigen accenten weten aan te brengen, zoals
Leo Smit, Jacques Beers en Daniel Ruyneman. Pameijers krachtige fluitspel en Van Ruths warmhartige
piano-aandeel geven de muziek een extra vonkje.
Lex van Delden: Complete String Quartets. Utrecht String Quartet. MDG.
Het werk van de twintig jaar geleden overleden componist Lex van Delden is al voor zijn dood in de
schaduw beland, het sloot niet meer erg aan bij de moderne tijdgeest. Daar hoeft men vandaag geen last
meer van te hebben, vooral niet dankzij het vurig pleidooi dat het Utrecht String Quartet voor zijn
muziek houdt. Van zijn drie strijkkwartetten is het Derde uit 1979 het meest curieus, door de
wat tegendraadse harmonieën, maar ook doordat het gaat om een vierluik naar schilderijen van Carel
Willink, waarvan de onderwerpen (onder meer Miereneters en De eeuwige Schreeuw) echter
weinig waarneembare weerklank in de muziek vinden. Echt verrassend is Van Deldens muziek zelden, maar hij
wist hoe een onderhoudend stuk te schrijven, wat ook blijkt uit Musica da Catasto ofwel
Kadastermuziek, waarin hij toch niet steeds netjes binnen de perken blijft.
Hans Kox: Memories and Reflections. Rubens Quartet, Frank van de Laar, John-Edward Kelly en Hexagon
Ensemble. DRC.
Hans Kox (77), wiens Vijfde Symfonie ondanks enige strubbelingen met de honorering volgende week in het
Concertgebouw zijn eerste uitvoering beleeft, is nooit benauwd geweest om moderne muziek te schrijven,
maar zijn neiging uit te veel vaatjes tegelijk te tappen heeft zijn aanzien als componist enigszins in de
weg gestaan en klinkt ook door in de vier kamermuziekwerken op deze cd. Toelichter Bas van Putten
vergelijkt het Tweede Strijkkwartet met de late kwartetten van Beethoven, en dat snijdt zeker
hout, maar misschien is het toch beter dit anderhalve eeuw later geschreven werk op zijn eigen merites te
beoordelen. De Twaalf Monogrammen voor altsaxofoon zijn mede dankzij het fabelachtige spel van
John-Edward Kelly herhaaldelijk aanhoren meer dan waard.
© Frits van der Waa 2008