de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 9 april 2008 (pagina 15)
Hoog lach-of-ik-schietgehalte in Alpenverhaal
Richard Ayres: In the Alps - a mountain melodrama door het Nederlands Blazers Ensemble. 6 april,
De Doelen, Rotterdam. Amsterdam, 9 en 10 april. Utrecht, 13 april.
Hoog boven het gebergte troont sopraan Barbara Hannigan. Het landschap is van piepschuim en er rijdt
een Fleischmanntreintje doorheen. Bij nadere beschouwing is toch niet alles even idyllisch: in een berg
verkoolde sintels ligt een modelvliegtuigje, dat zich blijkbaar te pletter heeft gevlogen tegen het
styrofoam.
Zo begint In the Alps, het jongste programma van het Nederlands Blazers Ensemble, dat is opgebouwd
rondom het gelijknamige mountain melodrama van Richard Ayres. Het verhaal gaat over een meisje (Hannigan)
op een bergtop en een jongen (trompettist André Heuvelman) in het dal, en wordt verteld door
middel van een groot projectiescherm met teksten en animaties. Eigenlijk is er meer tekst en subtekst
dan verhaal: zo komt het publiek te weten dat de klanken van het ensemble de geluiden van een cicade,
een uil een nachtegaal en nog wat levende have moeten voorstellen.
Omdat het hele melodrama wat aan de bondige kant is, brengen drie solocomposities van andere componisten
het programma op de gewenste lengte. Naast Abîme des oiseaux van Messiaen en
Tuin van Zink van Louis Andriessen, klinkt een nieuw werk van Jacob ter Veldhuis, Wings of Eden,
dat voorziet in een improvisatie op Wagnertuba en een tranceverwekkend gezoem. Bij Ayres is er meer
leven in de brouwerij, al is het basismateriaal waarvan hij zich bedient nogal beperkt. De
Brits-Nederlandse componist is een groot liefhebber van de geklutste drieklank, waarbij hij extremen
niet uit de weg gaat. Gewiekst gebruik van contrafagot en piccolo leidt tot wonderlijke accenten en
voorts zorgen koebellen en een houtzaag voor de gewenste couleur locale. Daarenboven zijn de
musici voorzien van wintersporttruien en skibroeken en wordt in de pauze bier geschonken in grote
pullen.
Dat alles neemt niet weg dat het melodrama erg magertjes is. Het eendagsvliegje dat over het scherm
dwarrelt, is aandoenlijk, maar de muziek onderscheidt zich niet wezenlijk van wat Ayres heeft
gecomponeerd voor de reuzenwalvis. Barbara Hannigan is een sopraan die alles wat ze doet een gouden
randje geeft, zelfs als in haar eentje een hele dierentuin nadoet, wat razend knap en moeilijk is,
maar eigenlijk heeft ze verder niet al te veel te doen. Net als Heuvelman, die machteloos puffend
in zijn bugel blaast of tubaïst Joost Smeets die met tuniek, baard en pruik voor de oppergod
Zeus speelt, maar meer weg heeft van Kabouter Plop heeft alles in dit melodrama een griezelig
hoog lach-of-ik-schietgehalte. En de melige schlagermuziek die voor en na de voorstelling klinkt, is
helemaal over the top.
© Frits van der Waa 2008