de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 22 april 2008 (pagina 13)
Hollandse rituelen als de Oosterse keuken thuis
Hollandse Rituelen. Met o.a. Ensemble Multifoon en de Radio Kamer Filharmonie o.l.v. Brad Lubman.
18 april, Muziekgebouw aan 't IJ, A'dam.
Een festival met de naam Hollandse Rituelen schept veel verwachtingen, zelfs al duurt dat 'eendaagse'
festival maar ternauwernood een uur of zes. Bij binnenkomst in het Muziekgebouw aan 't IJ is het meteen
raak. Tussen vier glazen wandjes zit een dame in rood en geel roerloos te mediteren en in de verte
klinkt niet al te geschoolde boventoonzang.
Bij betreding van de zaal blijkt het vaste concertritueel verbroken te zijn, want pianist Kees
Wieringa is al begonnen aan de Soloduiveldans van Simeon ten Holt, een stuk met veel bezwerende
herhalingen. Het licht is zo gedempt dat het programmaboekje echt niet meer te lezen is, en dat is dan
weer wel gewoon. Net zoals dat iedereen weet hoe het hoort, en klapt na afloop. Maar dat zijn vermoedelijk
niet de rituelen waar het NPS-programmamaker Frans van Gurp om begonnen is. Het Muziekgebouw bewijst
opnieuw multifunctionele diensten. Overal gebeurt van alles. Op het tweede foyerdeck bestuderen met
vergrootglas toegeruste handlezers de palmen van bezoekers. Men kan zich daar tevens de aura laten
healen. Elders klinkt opeens groot rumoer. Boven in het gebouw staat een meterslange houten hoorn
opgesteld, waar niet alleen op wordt getoeterd, maar ook getrommeld. Om de hoek is een wonderlijk
schouwspel gaande: leden van een fanfarekorps, toegerust met berenmutsen, bombardons en vergelijkbaar
materieel, volvoeren in stilte alleen of in kleine groepjes merkwaardige choreografische
bewegingen in de performance van Sander Breure en Witte van Hulzen.
De fanfarecreatie klopt in elk geval prachtig met de titel van het festival: de twee elementen
'Hollands' en 'rituelen' zitten erin. Dat geldt ook voor Rituelen voor de gamelan, waarin
componist Andries van Rossem veertien kempulgongs laat zoemen en pulseren in uitgespaarde ritmen.
Maar verder beweegt het evenement zich op een glijdende schaal waarin het onderscheid tussen ritueel
en spiritueel even vloeibaar is als de scheidslijn tussen Hollands en uitheems. Dat hier de
Drei Gesänge aus Rabindranath Tagores Gitanjali van Jan van Gilse klinken, zal toch vooral
met het exotisme van de titel te maken hebben, want de muziek is romantisch naar Duits model, en de
zang van sopraan Janny Zomer vooral luid.
Gesproken woord, getrommel op de djembé en vlammend flamencogitaarspel van Eric Vaarzon Morel larderen
een in elk geval onderhoudende avond waarin Hollandse rituelen zich voornamelijk voordoen in de gedaante
van de Oosterse keuken thuis, zoals Louis Andriessen ijle Japanse impressie TAO en in
Transformaties van Sinta Wullur. Ook Chapter Seven, een nieuw werk van de Spaanse
Nederlander Enrique Raxach, heeft iets on-Nederlands. De Radio Kamer Filharmonie overschrijdt het
middernachtelijk uur met Raxachs soms naar gangsterfilmmuziek neigende compositie. Als kloppende
ritmen een ritueel zijn, is het een passende afsluiting, al is de aanblik van de inmiddels al weer
half uiteengenomen midwinterhoorn minstens zo goed in het geheugen blijven hangen.
© Frits van der Waa 2008