Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 31 mei 2008 (pagina 07)

Overrompelende materie gestaag hemelwaarts

De Materie van Louis Andriessen, Schönberg Ensemble en Asko Ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw. 29 mei, De Doelen, Rotterdam. Herhaling: Concertgebouw, Amsterdam, 4 juni. Radio 4: 4 juni, 20.00 uur.

De titel 'Toondichter des Vaderlands', die hem een jaar of zes geleden werd toegekend, heeft Louis Andriessen mede te danken aan zijn orkestraal-theatrale vierluik De Materie uit 1989. Het begint met het getimmer van een scheepswerf uit de Gouden Eeuw, reikt terug in de tijd naar de mystieke visioenen van Hadewych, brengt een lawaaiig eerbetoon aan Mondriaan en De Stijl en bereikt een even geduchte verstilling in een sonnet van de Tachtiger Kloos.

Onder Andriessen-opperpriester Reinbert de Leeuw beleefde het werk donderdag in het kader van de Rotterdamse Operadagen een overrompelende uitvoering, die volgende week in het kader van het Holland Festival wordt herhaald in Amsterdam.

De Materie, dat destijds vijf dagen voor de vijftigste verjaardag van de componist zijn allereerste uitvoering beleefde, was en is zijn magnum opus. Het vormt met terugwerkende kracht het brandpunt van zijn oeuvre, waarin systematisch denken en baldadige inventiviteit elkaar voortdurend in evenwicht houden. In zijn latere werk gaat dat evenwicht eerder over in een fusie, wat zijn nieuwe opera La Commedia over twee weken vermoedelijk zal bevestigen.

De Doelen bleek een ideale akoestische omgeving voor het deels elektronisch versterkte reuzengeluid. In de mokerende akkoorden van het eerste deel vielen glansklanken te ontdekken die er nog niet eerder zo waren uitgekomen. Tenor Christopher Gillett hield zich als de 17de-eeuwse filosoof goed staande te midden van de overtreffende klappen die het ensemble uitdeelde.

De striktheid kreeg in het tweede deel een weledelgestrenge gedaante vol naijlende akkoorden en een gestaag hemelwaarts reikende melodiek, waarin de Canadese Hadewych, sopraan Valdine Anderson, een roerend maar af en toe ook erg wiebelig middelpunt vormde. De vocale basis van de acht koorzangers, van wie een flink deel negentien jaar terug ook al van de partij was, was een stuk steviger.

In De Stijl, met zijn geestige beschrijving van een quicksteppende Mondriaan, ritmisch gedeclameerd door Beppie Blankert die tevens een groene laserstraal door de zaal trok, is de opstapeling van muzikale lagen een tikje topzwaar, maar die krijgt een ingekeerde pendant in het slotdeel. Uit beierende akkoorden ontrolt zich een soort treurmars die het oor meetroont naar een sobere monoloog, waarin Marlies Heuer als Madame Curie afscheid neemt van haar dode echtgenoot. De hamerslagen van het begin zijn veranderd in slagen van de doodsklok, en zo sluit zich, na twee uur, de cirkel van De Materie.


© Frits van der Waa 2008