de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 8 september 2008 (pagina 10)
Oude Iberische muziek verwarmt bezoekers
Een kruispunt van culturen was het Spanje van de 16de eeuw, en daarmee een artistieke smeltkroes. Voorbij
het Amsterdam-Rijnkanaal, in de on-poëtische en verre van historische noodconcertzaal van Vredenburg,
blazen gambist Jordi Savall en zijn musici en zangers de geschiedenis muzikaal leven in. De Moren, die
een Arabische stempel achterlieten op de Spaanse cultuur, komen aan bod, evenals de Sefardische Joden,
verdreven in 1492, het jaar dat Columbus voet aan wal zette in Amerika.
En dan was het Iberisch schiereiland natuurlijk ook nog onderdeel van het Europese continent, vanwaar
Franse, Vlaamse en Italiaanse componisten de weg wisten te vinden naar het hof van de ons welbekende
Coninck van Hispaegnien, Philips II.
Het lesje van Savall is erg lang, en de muzikale component dreigt wat verdund te worden door de grote
portie Spaanstalige declamatie, maar de gloed waarin Hespèrion XXI en de zangers van La Capella
Reial de Catalunya de muziek zetten verwarmt ook het publiek, vooral wanneer het concert wordt besloten
met een opzwepende chacona, zo'n stuk waarvan de akkoordenpendel nog urenlang kan blijven
rondkolken in je hoofd.
Het Festival Oude Muziek Utrecht, dit jaar geheel gewijd aan de Spaanse renaissance, is een duidelijk
publiekssucces
gebleken. Er werden in totaal 40 duizend kaartjes verkocht, evenveel als vorig jaar, met een gemiddelde
zaalbezetting van 80 procent.
Door de monothematische benadering klinkt er in deze jaargang betrekkelijk weinig muziek uit het
baroktijdperk en de Romantiek. Maar de invulling van het thema is rijk geschakeerd: zo mag het ensemble
Conjunto Iberico in de Pieterskerk laten horen hoe een mis van Tomás Luis de la Victoria op acht
celli klinkt. Niet best dus: de veelal vergeefse pogingen van het gezelschap om de reine drieklanken
netjes afgestemd te krijgen doen elk muziekgenot teniet.
Diezelfde middag demonstreert het blaaskwintet Calefax dat het wel degelijk mogelijk is met moderne
instrumenten overtuigende uitvoeringen van oude muziek te realiseren of het nu gaat om
transcripties uit het middeleeuwse Libre Vermell, of om een bewerking van een gitaarkwintet van
Boccherini.
Ook binnen het oudemuziek-wereldje zelf klinken verschillende stemmen. Bijvoorbeeld die van Graindelavoix,
een ensemble dat zich in zijn zangstijl laat inspireren door de volkspolyfonie uit afgelegen gebieden als
Corsica: een krachtige manier van zingen die met zijn schelle en snerpende klanken heel overtuigend
aandoet, maar waarbij het gevaar voor hoorbare bedrijfsongevallen wel een stuk groter is. Maar tijdens
het optreden van Stile Antico, een jong en levenskrachtig koortje, blijkt ook de bekende Engelse
zangschool, met zijn engelachtige timbres, nog allerminst is uitgebloeid.
Datzelfde Engeland zal tijdens het festival van 2009 in het brandpunt komen te staan, maar dan wel
bezien door de lens van drie Duitse componisten die belangrijke dingen deden in Londen: Händel,
Haydn en Mendelssohn.
Nieuwe festivaldirecteur
Xavier Vandamme wordt de nieuwe directeur van de Organisatie Oude Muziek, en
daarmee tevens leider van het jaarlijkse Festival. Evenals zijn voorganger, Jan van den Bossche, is
Vandamme (36) afkomstig uit Vlaanderen. Na zijn studie Franse en Italiaanse letterkunde aan de
universiteit van Leuven werkte hij daar enige tijd bij de afdeling literatuurwetenschap. Na een
aantal jaren bij muziekuitgeverij Alamire trad hij in 1999 in dienst bij de VRT-radio. Sinds 2004
is hij adjunct-directeur van de muziekafdeling van het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten, waar
hij ook de concertreeksen met oude muziek programmeert. Vandamme treedt aan per 1 mei 2009. Het
eerste Festival Oude Muziek dat onder zijn verantwoordelijkheid valt is daarmee de aflevering van 2010.
© Frits van der Waa 2008