de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 11 oktober 2008
Vrijmoedige lofzang op de liefde
Les Aventures du roi Pausole, van Arthur Honegger, door Opera Trionfo o.l.v. Elsina Jansen en
Ed Spanjaard. 9 oktober, Stadsschouwburg, Haarlem. Tournee. www.operatrionfo.eu
'U bent een gelukkig en vrij volk, de staatskas is goed gevuld, werkloosheid kennen we niet, uw geld is
waardevast.' Met die onverwacht actuele woorden richt Koning Pausole zich tot zijn volk, en de zaal
ligt in een deuk. Zouden ze er in 1930 ook zo om hebben moeten lachen?
De meeste grappen in de operette Les Aventures du roi Pausole zijn niet politiek, maar seksueel
van aard. In de lichtelijk absurde operette die Arthur Honegger schreef naar een toneelstuk van
Pierre Louÿs draait het om een koning die 365 echtgenotes heeft voor elke dag van het jaar
een en een dochter, die er eerst vandoor gaat met een danseres om ten slotte te vallen voor
de charmes van een page.
Het stuk schijnt destijds een groot succes geweest te zijn, maar is daarna onder het stof van de tijd
verdwenen. Opera Trionfo en het Nieuw Ensemble hebben het er weer onderuit gehaald, en er een in alle
opzichten geslaagde voorstelling van gemaakt. Maar dat is niet in de laatste plaats te danken aan de
kwaliteiten van het werk zelf. Hoewel het libretto doordrenkt is van scabreuze humor, wordt het nergens
plat. De grappen zijn spits en stijlvol, wat nog in de hand wordt gewerkt door het rijm, dat in de
sprankelende Nederlandse boventiteling van Janneke van der Meulen goeddeels overeind is gebleven.
En dan is er natuurlijk de muziek. Wat we kennen van het werk van de Zwitser Honegger is gewoonlijk
serieuzer van toon dan de muziek van zijn mede-leden van de Groupe des Six: hier komt hij lichtvoetig
voor de dag. Baanbrekend is de muziek niet, maar Honegger heeft er hoorbaar met plezier aan gewerkt:
zwier en zorgvuldigheid zetten de toon, er zijn zinnelijke vioolschuivertjes, broeierige blazers
en het wemelt van de stijlparodieën.
De vijftien zangers die Opera Trionfo bijeen heeft gezocht zijn voortreffelijk gecast, van de zes
koninginnen, die onder het zingen mooi synchrone dansjes ten beste geven, tot de boomlange boer
die op het verkeerde moment 'Leve de republiek!' roept. De naïeve prinses (Simone Riksman) is al
even ontwapenend als de hitsige vorstin (Francis van Broekhuizen), Fabio Trümpy en Marc Pantus
schitteren als koning Pausole en zijn page, maar ook de rest van de zangersequipe verdient alle lof,
temeer voor de volkomen natuurlijke wijze waarop ze de gezongen en de gesproken gedeelten met elkaar
verbinden. Dat alles speelt zich grotendeels af tussen kleurig beschenen gordijnen en een of twee
grote, hartvormige bedden waarop mannen en vrouwen van kleding dan wel identiteit wisselen en onder
dekens met elkaar kroelen.
Hoe vrijmoedig deze lofzang op de liefde ook is, ze blijft in de smaakvolle regie van Elsina Jansen
allemaal heel kuis, en nee, Pausole is natuurlijk geen meesterwerk, maar wel een ten onrechte
vergeten kleinood.
© Frits van der Waa 2008