de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 30 oktober 2008
Aan operasfeer schort het niet in levenslustige Händeluitvoering
Händel, door Le Concert
d' Astrée o.l.v. Emmanuelle Haïm. 28 oktober, Concertgebouw, Amsterdam.
Een verliefde god, een kuise nimf en een dappere herderin bevolkten dinsdag de grote zaal van het
Concertgebouw en daar waren niet meer dan twee zangers voor nodig. Plus natuurlijk een componist, Georg
Friedrich Händel, en een orkest, het barokensemble Le Concert d'Astrée van Emmanuelle
Haïm.
Het was merkwaardig on-druk bij het optreden, terwijl Haïm en haar ensemble in 2001, al een
jaar na de oprichting, triomfen vierden in Glyndebourne. Misschien was de serie 'Opera in concert' niet
het meest geschikte kader voor dit barokorkest, terwijl er ook enigszins te twisten valt over de vraag
of de naar mythologisch verhalen gecomponeerde cantates van Händel wel tot de opera gerekend moeten
worden.
Aan operasfeer schortte het intussen niet, dankzij de solisten Sandrine Piau en Nathan Berg, die veel
theaterbloed in hun vertolkingen goten.
Piaus etherische, wendbare sopraan heeft onderin wat weinig kern, maar ze verovert
daarmee aller harten allereerst als Clori, die in de solocantate Delirio amoroso in de
onderwereld op zoek gaat naar haar overleden geliefde Tirsi, en vervolgens als Dafne, in La
terra è liberata, op de vlucht slaat voor een bronstige Apollo. De Canadese bas Berg maakte
als zonnegod een onaangenaam brallerige entree, maar dat bleek in een zoetgevooisder stadium bij zijn
interpretatie te horen.
Onder aanvoering van de blootsarms en met geheven ellebogen dirigerende Haïm, die op gezette
tijden ook het klavecimbel en het orgel besprong, kwam het orkest tot bijzonder levenslustige uitvoeringen
met veel contrasten en markante solistische bijdragen van de musici, zoals een vleiende traverso en een
op en neer roetsjend blokfluitje. Het orkest leverde op zijn beurt woelig klotsende baren en lieflijke
tokkeltonen.
© Frits van der Waa 2008