Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 3 november 2008 (pagina 11)

Jaap van Zweden werkt gestaag door aan zijn Bruckner-oeuvre

Bruckner, door het RFO o.l.v. Jaap van Zweden. Concertgebouw Amsterdam, 1/11. Radio 4: 4/11. Nederland 2: 2/3/09

Na de nummers vier, negen zeven en vijf heeft Jaap van Zweden nu ook Bruckners langste symfonie, de Achtste, aangepakt. Met zijn Radio Filharmonisch Orkest is hij bezig ze alle negen op cd te zetten, en neemt dat voornemen voortvarend ter hand. Daarmee hebben de componisten Klaas de Vries en Otto Ketting, die tweeëneenhalf jaar terug hun zorg uitspraken over de toekomst van de ZaterdagMatinee gedeeltelijk gelijk gekregen. 'Zonder krachtige artistieke aansturing valt te verwachten dat Jaap van Zweden als ambitieus dirigent zijn stempel op de programmering zal drukken met dat wat dirigenten altijd willen: hún Bruckner- en Mahler-serie in het Concertgebouw', schreven ze.

Over de kwaliteit van de Matineeprogramma's hoeven we ons nog steeds geen zorgen te maken, maar inderdaad, na dit Bruckner-record heeft Van Zweden dit seizoen ook nog Mahler Een en Mahler Negen geagendeerd bij het RFO. Ook al is het goed voor de orkestcultuur om ook Mahler te spelen, toch is het wat veel van het goede – temeer omdat de radio-orkesten opgericht zijn om andere dingen te brengen dan de landelijke orkesten al doen.

Dat Van Zweden in staat is een Bruckner te serveren is intussen bekend. Hij deed de Achtste vier jaar terug al bij het Residentie Orkest, en het RFO is minstens zo goed. Toch valt het niet mee om bij dit reuzenopus te zorgen dat het 'mysterium' waarover de componist zelf sprak, niet verkeert in een monstrum. En dat lukte zaterdag toch niet volkomen: Van Zweden leidde zijn musici bekwaam door de geleidelijke overgangen van dun naar dik en de abrupte overgangen van dik naar dun die twee van Bruckners belangrijkste expressiemiddelen vormen, en verschoot zijn kruit niet voor de finale daar was, maar slaagde er toch niet in de muziek los te weken uit de klei van herhalingen, sequensen en vierkwartsmaten, zodat het geheel anderhalf uur lang het karakter hield van een demonstratie orkestdressuur.


© Frits van der Waa 2008