de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 januari 2009, pagina 14
Nieuwjaarsmatinee met 'Godpourri'
Amsterdam -
Wanneer hoboïst Bart Schneemann verkleed als Zeus, met een bordkartonnen bliksempje in zijn hand, het
podium van het Concertgebouw bestijgt, kunnen zelfs aanhangers van de Bond tegen het Vloeken gerustgesteld
ademhalen. Het traditionele Nieuwjaarsconcert van het Nederlands Blazers Ensemble (NBE) mag dan als
basisthema 'Mijn God!' hebben, de theologische dan wel blasfemische aspecten zijn hier vakkundig
onschadelijk gemaakt.
De vervaarlijkste krachtterm valt nog in het stuk De Draak van de 6-jarige Faas Kaaijk, die het motto
onderstreept met krasse dissonanten en een met de rechterarm uitgevoerde cluster, dit alles gevat in een
ogenschijnlijk onschuldige zesachtstemaat. Faas is de jongste van de door het NBE uitverkoren kinderen die
hebben deelgenomen aan de jaarlijkse compositiewedstrijd.
De anderen hebben de basisschool al een eind achter zich gelaten en horen ook in muzikaal opzicht tot de
gevorderden. Dat is te beluisteren in een niet mis te verstaan mineur gevat Lamentoso van de 17-jarige
Wilma Pistorius, die zelf soleert op de cello, en aan de filosofische rap van Martijn Holtslag (16); 'M'n
huis is daar, waar god z'n huis binnengaat / en een struikelblok pakt in de juiste kindermaat.' Beduidend
optimistischer is de meezinger Goddelicious van Sophie Eskes en Tessa Elferink, die net als de andere
stukken door Blazers in een extra fleurig muzikaal jasje wordt gestoken.
De tocht naar het hogere wordt het hele, anderhalf uur durende nieuwjaarsconcert gesymboliseerd door een
op een groot doek geprojecteerde klimmer die omhoog klautert langs de etages van een parkeergarage in de
Bijlmer. Want dat is dit keer de plaats waar het NBE zijn gastspelers heeft gezocht.
De multi-reli-matinee brengt ditmaal een door de funkmolen gedraaid voorschot op het Händeljaar 2009.
Met hun versie van het Hallelujah uit The Messiah krijgt het zeskoppige damesensemble Breeze
de meest in zijn stoel vastgeroeste Concertgebouwbezoeker nog aan het swingen. Vlak trouwens de
winti-muziek van La Rouge ook niet uit. Met een handvol akkoorden laten de vijf zangers hun publiek alle
hoeken van de zaal zien.
Voor meer bezinning zorgt de uit Marokko afkomstige zangeres Teema met het lied Nassam Alayna El-Hawa. Het
aandeel van de ud-speler Mehmet Polat gaat evenwel grotendeels teloor in de windkracht van de blazers, die
in het pompende Eternal Delight en het altijd meeslepende Bay Mir Bistu Sheyn eveneens goede
diensten bewijst. Heftiger nog is de Godpourri, een uitzinnige medley, waarin ook het nummer
God is a DJ niet ontbreekt. Het geheel wordt van visueel contrapunt voorzien door een lopende band
met opperwezens van alle gezindten, waaronder Ra, Neptunus, Visjnoe en de ook in deze context
onvermijdelijke Elvis.
Om te laten horen dat je niet modern hoeft te doen om cool te zijn speelt Brandt Attema een aria van
Vivaldi met de titel IJskoud in mijn aderen, waarbij hij zich bedient van een sackbut, een
vroege trombone. Het thema lijkt hier even buiten beeld te zijn, tenzij men godsvrucht beluistert in de
voorhoudingen en dissonanten, die ook opgeld doen in Music for a while van Henry Purcell, vertolkt
door Zeus/Schneemann.
Nog wringender zijn de noten van Gustav Mahlers Adagietto, dat bij de Blazers twee keer klinkt. De
eerste keer, aan het begin van het concert, wordt wreed verstoord door gooi- en smijtwerk, maar bij de
tweede keer bereikt de gefilmde klimmer eindelijk de top van de parkeergarage en ontvouwt zich een
verbluffend vergezicht, waarna de muziek overgaat in blijde samenzang op de wijs van Oscar Petersons
Hymn to freedom en zoals elk jaar de slotzegen van boven komt, in de gedaante van honderden
kleurrijke en vrolijk uit elkaar spattende ballonnen.
© Frits van der Waa 2009