de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 22 januari 2009 (pagina K18)
Oormassage met conservenblikken
Ear Massage Percussion Quartet: Cage, Rouse, Waller e.a. Karnatic Lab.
Hoe ontoereikend het Nederlandse woord 'slagwerk' eigenlijk is, wordt in één klap duidelijk
bij het beluisteren van de cd waarmee het Mexicaanse ensemble Ear Massage zijn plaatdebuut maakt. Deze
vier muzikanten zijn artiesten die de kunst van het met stokjes beroeren van voorwerpen tot een Olympisch
niveau hebben verheven. De naam Ear Massage is dan ook raak gekozen, want de zeven stukken bij elkaar
een uur muziek zijn opvallend oorstrelend. Neem Third Construction, een 'klassiek' stuk van
John Cage uit 1941 waarin de musici een enorm arsenaal aan instrumenten bespelen, waaronder
conservenblikken en schelpen. Ear Massage stemt al die klanken subtiel op elkaar af, en maakt er een bijna
orkestraal geheel van. Nog verbazender is het achttien minuten durende Teguala van Juan Felipe
Waller, waarin het instrumentarium bestaat uit 120 keramische tegels plus een voorraad elektronische
additieven, dat wel. Maar Ear Massage kan ook energiek swingen. In de openings- en slotmuziek geeft de
groep een uitbundige en uitermate Afrikaans klinkende combinatie van slagwerk en ensemblezang ten beste.
Altenberg Trio: Malawski en Meyer. Challenge.
Na de val van de Muur ging er een muzikale wereld open. In de voormalige USSR bleek het te wemelen van
componisten met dissidente, en dikwijls bijzonder expressieve smaken en stijlen. Het Altenberg Trio Wien,
een van 's werelds vooraanstaande pianotrio's, toont met zijn jongste cd aan dat er ook in Polen zulke
componisten waren. Artur Malawski (1904-1957), die in de annalen vooral vermeld wordt als leraar van de
succesvolle componist Penderecki, schreef vier jaar voor zijn dood een Pianotrio dat met twee benen
in de romantiek staat maar met een boel toegevoegde dissonanten naar de 20ste eeuw reikhalst. De vervoering
die het Altenberg Trio hieruit peurt is desondanks prijzenswaardig. Veel verrassender is het in 1980
gecomponeerde Pianotrio waarin Krzystof Meyer (1947) de wortel uit de muziek van Sjostakovitsj
trekt, met een muzikaal discours dat wordt geregeerd door het unisono in de meest uiteenlopende
verschijningsvormen.
Lindberg: Complete Piano Music. Ralph van Raat. Naxos.
Het is vrijwel onvoorstelbaar dat de plingplongklanken van Musik för Två Pianon door dezelfde
hand zijn geschreven als de geraffineerde toonguirlandes van de twee Etudes die de nu 50-jarige Fin
Magnus Lindberg 25 jaar later componeerde. Met zijn opname van Lindbergs complete werken voor een en twee
piano's slaat pianist Ralph van Raat met Maarten van Veen een brug tussen die twee werelden. Zelfs in die
intussen wat antieke stukken is al te horen dat Lindberg veel in zijn mars had. In zijn vrijheid en
verkenningsdrift, maar ook door de vanzelfsprekende verzoening met de pianistische traditie, doet deze
muziek denken aan de al even fonkelende late pianomuziek van Ligeti.
Schnittke en Sjostakovitsj. Antoine Tamestit, Markus Hadulla, Warsaw Philharmonic olv Kitajenko.
Ambroisie.
Sjostakovitsj componeerde zijn Altvioolsonate met de adem van de dood in zijn nek, en Antoine
Tamestit maakt dat aanschouwelijk met een interpretatie waarin hij de tonen bij wijlen laat raspen en
rochelen. De combinatie met het Altvioolconcert van Alfred Schnittke, een werk met een veel weidser
klankpalet, klopt uiteindelijk wel, al leiden de pootjehakende stukken en brokken waarmee Schnittke drama
oproept pas in het slotdeel tot muziek met een niet aflatende zuigingskracht.
© Frits van der Waa 2009