de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 29 januari 2009 (pagina 15)
Babyloniërs met Castro-pet in Mao-jas
Nabucco van Giuseppe Verdi, door de Nationale Reisopera o.l.v. Tim Albery en William Lacey. 27 januari,
Muziekkwartier, Enschede. Tournee tot 21/2. Radio 4: 31/1, 19.00 uur.
Er zijn eigenlijk geen zinnige argumenten om Verdi's opera Nabucco op de planken te brengen, want
het is een draak van een stuk. Voor de muziek gaat dat natuurlijk niet op: het insipide verhaal over de
Babylonische vorst Nebucadnezar en zijn allesbehalve bijbelse, laat staan historische bekering tot het
jodendom inspireerde de 28-jarige Verdi tot een paar vroege staaltjes van zijn meesterschap, waaronder
het befaamde 'Slavenkoor', Va pensiero.
Eerdere in Nederland uitgevoerde Nabucco-ensceringen waren vooral potsierlijk. De Nationale
Reisopera heeft kennelijk dat risico niet willen lopen, en is prompt in de andere valkuil getrapt: die
van de actualisering.
Je ziet het meteen in het begin al fout gaan als het joodse volk van 600 voor Christus verschijnt in
kostuums die het beeld van een Oost-Europees getto uit de jaren dertig voor ogen roepen. Vervolgens
blijken alle Babyloniërs gekleed te gaan in vuilgele Mao-jasjes en Castro-petjes. Nabucco oogt als
een kruising tussen Kim Jong-Il en Leonid Brezjnev. Dit alles is gesitueerd tussen de afgebladderde
wanden van een een verlaten gymnastieklokaal in de omgeving van Tsjernobyl.
Deze vondsten van Tim Albery, een Britse regisseur die nooit terugschrikt voor clichés, zijn niet
alleen zo plat als een dubbeltje, maar ook erg naargeestig.
In muzikaal opzicht is de voorstelling iets genietbaarder. De akoestiek van het nieuwe Enschedese
Muziekkwartier is wat krap voor de grote porties geluid die het Babylonisch Volksfront en de Russische
sopraan Elena Pankrasova, de vertolkster van Nabucco's dochter Abigaille, de zaal inslingeren. Nabucco
zelf, gezongen door de zwaarlijvige Amerikaanse bariton Anooshah Golesorkhi, laat genuanceerder geluiden
horen, maar klinkt naast de joodse hogepriester (Harry Peeters) soms wat beslagen.
De Engelse dirigent William Lacey, die het Gelders Orkest veel robuuste koperklanken ontlokt maar nog wel
wat aan het hout mag schaven, laat de kansen om het geweld te beteugelen te vaak onbenut. De schaarse
intieme momenten met name de sublieme soli voor de cello bieden verlichting. Desondanks is
het een prettige gedachte dat Nabucco tot de kortere opera's uit Verdi's oeuvre hoort.
© Frits van der Waa 2009