Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 6 februari 2009

Een concert met decors en zangers

I puritani van Vincenzo Bellini, door DNO o.l.v. Francisco Negrin en Giuliano Carella. 4/2 Muziektheater Amsterdam. T/m 1/3. Radio 4: 28/2, 19.00 uur. www.dno.nl

Regisseur Francisco Negrin zal na de premièrevoorstelling van I puritani een hartig woordje met tenor John Osborn hebben gesproken. Osborn vergat namelijk aan het eind dood te zijn.

Dat kwam zo. Negrin heeft het happy end waarin componist Vincenzo Bellini heeft voorzien omgewerkt tot een visioen van de ook elders in de opera door waanzin getroffen protagoniste Elvira. Vlak daarvoor is Elvira's geliefde Arturo, gespeeld door Osborn, op gezag van Negrin doodgebloed op het toneel. Er daalt een scherm neer, waarna Elvira en de nu onzichtbare Arturo een liefdesduet aanheffen dat blijkbaar imaginair is. Bij de première evenwel werd Osborn, die weer was gaan staan omdat dat makkelijker zingt, overvallen door het weer ophalen van het scherm, zodat hij zich ten overstaan van een volle zaal ijlings weer moest neervlijen op het toneel. Op die manier werd het contrast tussen Elvira's hallucinatie en de 'realiteit' van de opera uiteraard effectief om zeep geholpen.

Osborns blunder was des te pijnlijker omdat deze toch al niet bepaald originele wending aan het slot nu net het enige moment oplevert waar Negrins enscenering even naar muziektheater zweemt. Voordien is drie uur lang sprake van iets dat zich nog het best laat omschrijven als een concertuitvoering met decors, kostuums en bewegingen van de zangers.

Dit euvel is niet uitsluitend aan de regie te wijten. I puritani, Bellini's laatste opera, gecomponeerd in 1834, stamt uit de tijd van het belcanto. Het is het soort opera waarin het verhaal vooral een vehikel is voor breed uitgemeten klankschilderingen van diverse emoties, waarbij vanzelfsprekend de virtuositeit van de zangers een belangrijke rol is toebedeeld.

De hoofdzaak is dat Elvira denkt dat haar geliefde Arturo er met een ander vandoor is en daardoor haar verstand verliest, waarna de liefde en het gezond verstand toch weer triomferen. Het besluit van De Nederlandse Opera om zo'n theatraal mager geval tot onderwerp te maken van een geldverslindende enscenering getuigt van lef en van vertrouwen in de kunsten van Negrin, dat helaas niet is ingelost.

Aanvankelijk lijkt het werk van deze regisseur – midden 40 en met een kosmopolitische achtergrond – beloften in te houden. Verbluffend zijn de wisselingen tussen de verschillende decors, die aaneengeregen langs elkaar heen schuiven. In een doorkijkje wordt even het paard van Sinterklaas zichtbaar, en zelfs in de hoogte gaat nog onverwacht een luik met koorzangers open. Maar alle locaties zien er even troosteloos uit. De vormgeving lijkt geïnspireerd op de zielloze collegezalen en corridors van een modern onderwijsgebouw, met dit verschil dat alle vlakken zijn bekleed met metalen, van Brailleopschriften voorziene panelen. Als dat een diepere betekenis heeft, wordt die in elk geval niet duidelijk.

De Cromwelliaanse kostuums van de zangers detoneren fraai met deze omgeving, evenals de borstkurassen en de musketten waarmee driftig wordt gezwaaid en gesmeten. Maar na het eerste bedrijf houdt het geschuif met de collegezalen op, waarmee nog duidelijker zichtbaar wordt hoezeer de zangers grossieren in standaardposes en -gebaren.

Hun vocale verrichtingen zijn gelukkig minder stereotiep. Hoofdrolzangeres Mariola Cantarero, een vleesgeworden Castafiore, is wat schel in de hoogte en bezigt hier en daar een toonverduisterend vibrato, maar is een groot deel van de tijd aangenaam om naar te luisteren. En de rest van de cast is om door een ringetje te halen – voorop Osborn, een tenor die weet hoe je moet huilen zonder dat het om te huilen is. Riccardo Zanellato en Scott Hendricks leveren als oom en aanbidder van Elvira menig illuster tweestemmig commentaar en de kleine rol van mezzo Fredrika Brillembourg smaakt naar meer.

Maar de belangrijkste pijler onder deze matige voorstelling is het Nederlands Philharmonisch Orkest, dat onder Giuliano Carella uitpakt met gonzende hoorns en donzige strijkers, en zo toppunten van verfijning en elasticiteit bereikt.


© Frits van der Waa 2009