de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 8 juni 2009
Extatische akkoorden en bittere dissonanten
Louis Andriessen 70 jaar. Concerten door het Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor en
Asko/Schönberg Ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw en Jurjen Hempel. 6 juni. Concertgebouw en
Muziekgebouw, Amsterdam.
Terwijl de muziek almaar uitbundiger wordt, treedt een geheimzinnige figuur uit de coulissen naar voren
die op het hoogtepunt een enorme dreun op een tamtam geeft, en de laatste alinea's uit
Kees de jongen voorleest: 'Blijde, schallende muziek, een juichende mars was het, die in hem
klonk.'
Burgemeester Cohen want die is het heeft het fragment raak gekozen. Want componist
Louis Andriessen, aan wie hij even later de Zilveren Medaille van de stad Amsterdam uitreikt, is de
jongen in zichzelf niet vergeten, ook al is hij die dag 70 geworden. En de muziek die in hem klinkt,
deelt zich al ruim een halve eeuw mee aan de buitenwereld, in het bijzonder op de muziekmarathon
waarmee het Holland Festival de jarige eert.
Het oudste werk op het programma stamt uit 1949 en is geschreven door vader Hendrik. In het werk van
de oude Andriessen zijn met terugwerkende kracht enkele voorkeuren van de jonge te beluisteren:
verwijzingen naar Bach, lange uitgespaarde lijnen en bitterzoete dissonanten.
Canticum Sacrum van Igor Stravinsky, Andriessens 'andere' vader, klinkt actueler, en in
Andriessens op 20-jarige leeftijd gecomponeerde Nocturnen is te horen dat zulke klanken hem
niet onberoerd lieten.
De pianistes Katia en Marielle Labèque leveren samen met het Asko/Schönberg Ensemble een
gestroomlijnde vertolking van Haags Hakkûh, Andriessens nieuwste. Het woord Hakkûh is
een parafrase van Andriessens geliefde hoketustechniek, waarbij de instrumenten razendsnel om-en-om spelen.
Vanuit een kaal begin ontvouwt de compositie zich tot een bijna extatische hymne.
Preludio all'Infinito, een nieuw werk van Diderik Wagenaar, net als Andriessen een grondlegger
van de Haagse School, bevat ook al van die extatische akkoorden. Voor een 'Haags' stuk is het opvallend
gelaagd. De secties vertonen geraffineerde verwantschap, wat de muziek zuigkracht geeft.
Na een reeks korte hommagecomposities, waarvan De Kruisfiguur voor piano vierhandig van Cornelis
De Bondt als enige de oude hardhandige Haagse trekken vertoont, schitteren zangeres Cristina Zavalloni
en violiste Monica Germino als solistes in La Passione, dat Andriessen in 2002 voor hen schreef.
Het is muziek die alle kanten uitvliegt, maar geen ogenblik zijn vermorzelende werking verliest, tot
in de laatste tonen van dit klinkende verjaarsfeest.
Zie ook het Louis Andriessen Weblog
© Frits van der Waa 2009