de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 juli 2009
Historisch huldeblijk aan Carter
Elliott Carter; a Nonesuch Retrospective. Nonesuch (4 cd's).
De doos met vier cd's die Nonesuch als huldeblijk aan de grote Amerikaanse componist Elliott Carter (100)
heeft uitgebracht kan nagenoeg worden beschouwd als een collectie historische opnames. Het meest recente
werk uit de doos, het snaakse Triple Duo, stamt uit 1982, toen Carter nog niet eens 75 was.
En de meest recente opname, die van de in 1955 geschreven Variations for Orchestra, is ook al bijna
twintig jaar oud. Maar de kwaliteit van opnamen en uitvoeringen is werkelijk excellent. Carter heeft
altijd goede pleitbezorgers gehad, en dat is te horen.
Een van die prima muzikanten was de te jong gestorven pianist Paul Jacobs (1930-1983), die een
belangrijk aandeel heeft in deze bloemlezing. Die opent met zijn uitvoering van de Piano Sonata
uit 1945, die nog in een robuuste, neoklassiek Amerikaanse stijl geschreven is, maar waarin je desondanks
hoort dat er een meestercomponist aan het werk is, die niet rust voor hij het simpelste melodietje van
alle kanten heeft bekeken.
Waarvan akte: in de tien jaar daarop keerde Carter zijn eigen idioom totaal binnenste buiten, en dat
boeiende proces is op de eerste twee cd's goed te volgen. Al in het Strijkkwartet no.1 is de
metamorfose bijna compleet: de muziek is atonaal geworden, de stemmen hebben een hoge mate van
onafhankelijkheid, het tempo is onderworpen aan gelaagde gradaties en de structuur van de stukken is
uitgesproken labyrintisch. Geen makkelijke muziek dus. Maar tegelijkertijd is het verbazend hoe
uitgebalanceerd en helder dat alles klinkt, en hoe inventief en geraffineerd Carter met tonen, timbres en
veelstemmige krachtsverhoudingen omgaat. Nu moet er alleen nog zo'n doos over de afgelopen 25 jaar bij.
Robin de Raaff: Raaff. Nieuw Ensemble o.l.v. Lawrence Renes. Met Marcel Reijans, Danielle de Niese,
Mark Tevis e.a. Etcetera.
De opname van Robin de Raaffs opera Raaff is gemaakt in 2004 toen het stuk in premièe ging
bij het Holland Festival. Soms klinken de stemmen wat veraf, en er wordt flink in gelopen. Dat geeft
eigenlijk niet, want het is in zijn soort een bovengemiddeld goed stuk. De Raaff en zijn librettiste
Janine Brogt spelen een listig duplicatenspelletje met de geschiedenis van Mozarts Idomeneo, waarin
De Raaffs hoofdpersoon, de zanger Anton Raaff, de hoofdrol zong en waarin zich bovendien een
vader-zoonproblematiek aftekende die te maken had met Mozarts eigen leven.
De zangers in deze opera spelen dus zangers of componist, of impresario , wat ze goed
afgaat. Van de vijf kwartier die de opera duurt gaat de eerste helft heen met veel gepalaver tussen
botsende ego's. Maar in de twee acte zingt de muziek zich los uit de dialogen en raken de personages
op drift in het schemergebied tussen hun eigen realiteit en die van de opera waarin ze spelen. Gedragen
door de prima cast en de musici van het Nieuw Ensemble neemt De Raaffs muziek hier een hoge vlucht.
© Frits van der Waa 2009