Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 21 november 2009


Van dit toch al korte stuk bleef na redactie wel erg weinig over; het weggelaten gedeelte is in blauw weergegeven.

Première van Doppers Requiem: geploeter

Hamburg, Dopper en Pärt, door het Noord Nederlands Orkest o.l.v. Antony Hermus. 19 november, Theater Geert Teis, Stadskanaal. Herh.: Groningen (21/11).

Onder grote belangstelling eerde Stadskanaal donderdag zijn beroemdste zoon. Vanaf de foyerwanden in het Theater Geert Teis staarde de jonge Cornelis Dopper in tienvoud neer op zijn publiek. Dopper, de Groninger die meer dan twintig jaar tweede dirigent van het Concertgebouworkest was en werken als de Ciaconna Gotica en de Zuiderzee-symfonie componeerde, is onderwerp van een festival dat nog tot februari doorwoedt. Met drie uitvoeringen van zijn Requiem voor koor en orkest, gereconstrueerd door Joop Stam en Marinus Degenkamp, bereikt het evenement deze week zijn hoogtepunt.

Dopper zal in 1935, toen hij het Requiem schreef, wel een andere akoestiek in gedachten hebben gehad dan die van het Stadskanaalse theater. Het Noord Nederlands Orkest, het bijbehorend Concertkoor en dirigent Antony Hermus stelden zich er met kracht tegen teweer. Het mocht niet veel baten: het Requiem heeft niet het niveau van Doppers bekendere werk, dat ook al eerder opvalt door vakkundige middelmatigheid dan door fantasie en bevlogenheid.

Tekstfragmenten als Dies Irae en Lux perpetua krijgen volgens het boekje een dreigende dan wel lichtende klankgeving. Voor het overige blinkt het Dopperse universum uit door een ploeterende melodiek en harmonieën die hoorbaar het hoekje omgaan.

Het curieuze programma bood naast dit christelijk georiënteerde werk muziek met een joodse en Russisch-orthodoxe inslag. Klezmania van Jeff Hamburg wekt vooral medelijden met de bassisten, die minutenlang moeten volharden in dezelfde tweetoonspendel, wat het stuk er voor de luisteraar ook niet interessanter op maakt.

Een sacrale mineurstemming overheerst in de Vierde Symfonie van de Estse componist Arvo Pärt, die hier zijn Nederlandse première beleefde. Pärt, geboren in het jaar van Doppers Requiem, weet emotie en constructie te verbinden in spanningsbogen die als men zich ervoor openstelt van een peilloze diepzinnigheid zijn.


© Frits van der Waa 2009