de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 23 januari 2010
Verzadigde harmonieën van een Nederlander, een Fin en een Amerikaan
Zuidam, Lindberg en Adams, door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Markus Stenz. 21 januari, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 7/2, 14.15 uur.
Met een orkestklank waar de damp af sloeg en meanderende melodieën als vergezichten moet het donderdagse optreden van het Koninklijk Concertgebouworkest een lichte overdondering hebben teweeggebracht bij het publiek. De drie uitgevoerde orkestwerken zijn gecomponeerd door een Nederlander, een Fin en een Amerikaan, maar ze delen een onmiskenbare hang naar verzadigde harmonieën. De kunst van het verleiden, die in de moderne muziek lang niet in hoog aanzien stond, bloeit als nooit te voren.
Dat begon, zoals het hoort, heel schuchter, met de Adam-Interludes van Rob Zuidam. In de eerste twee delen van de uit deze opera Adam in ballingschap afkomstige tussenspelen wordt de ruggegraat gevormd door koraalachtige melodieën op stevig geplamuurde akkoorden. Die worden in het eerste deel afgewisseld door onbestemde lacunes met tinkelbelletjes en tromgeroffel, en in het tweede met geroezemoes en zich vertakkende melodische guirlandes. Het derde deel combineert een pendelend perpetuum mobile met triomfantelijke fanfares die maken, zoals de titel luidt, Dat de paradijsgront dreunt, maar het had best wat langer mogen zijn.
De Georgische violiste Lisa Batiasjvili bracht de eerste Nederlandse uitvoering van het op haar verzoek geschreven Vioolconcert van Magnus Lindberg. Batiasjvili is klein van gestalte, maar een groot muzikante. Ze heeft een opmerkelijke affiniteit met de toontaal van grootmeester Lindberg, die zich de afgelopen dertig jaar heeft ontwikkeld van ongezouten modernisme tot een aanmerkelijk zoetgevooisder idioom. Toch heeft hij de oude verworvenheden niet prijsgegeven: dit Vioolconcert dankt zijn spanning aan een voortdurende wisselwerking tussen open, mahleriaanse octaven en kwinten en aldoor op een andere manier dicht- of leeglopende clusterklanken. De daarmee vervlochten vioolpartij bevat duidelijk herkenbare melodische gegevens, maar ook furieus voortgesponnen arabesken, die toch allerminst de schijn van hol vertoon wekken.
Met Harmonielehre van John Adams voltrok dirigent Markus Stenz de definitieve inkapseling van het publiek. Het pulserende, zwoel georkestreerde werk is al een kwart eeuw oud, maar nog altijd een van de meest opmerkelijke en doorleefde muziekstukken van de Amerikaanse componist.
© Frits van der Waa 2010