Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 25 januari 2010

Personages als teddyberen in gestileerde enscenering

Un ballo in maschera, van Verdi, door de Nationale Reisopera o.l.v. Monique Wagemakers en Antony Hermus. 23 januari, Stadsschouwburg, Enschede. Tournee t/m 28/2 (zie www.reisopera.nl). Radio 4: 30/1, 20.00 uur.

Eigenlijk draait de plot van Verdi's opera Un ballo in maschera simpelweg om eerwraak. Tijdens het gemaskerd bal uit de titel steekt de bariton Renato zijn beste vriend, de tenor Riccardo, neer omdat hij denkt dat die een affaire heeft met zijn vrouw, de sopraan Amelia. Hij heeft ongelijk, want de liefde tussen Riccardo en Amelia is weliswaar oprecht, maar platonisch. De belangrijkste gebeurtenis die voorafgaat aan de moord is dat de waarzegster Ulrica Riccardo's dood voorspelt, en bovendien voorziet dat de dader de eerste man zal zijn die hem de hand schudt. Riccardo gelooft dat niet en drukt de hand van Renato, die op dat moment ook nog van niets weet.

Het verhaal is oorspronkelijk gebaseerd op een historische gebeurtenis, de moord op de Zweedse koning Gustav III. In 1859, het jaar dat Verdi de opera schreef, was dat al meer dan zestig jaar geleden, maar toch mocht het niet van de censor en werd de handeling verplaatst naar Amerika.

Maar de entourage doet er in feite niet zoveel toe, en al helemaal niet bij de Nationale Reisopera, die onder supervisie van regisseuse Monique Wagemakers het werk heeft ontdaan van elke historische context. Dat is op zichzelf een goed idee, want 19de-eeuwse kostuumdrama's zijn er op televisie al genoeg. Maar de stilering is zo ver doorgevoerd dat het totaal een steriele indruk maakt.

Alle personages plus het koor zijn gestoken in roomwitte avondkostuums, en het decor bestaat uit met weerspiegelend plastic beklede hekken en hopen houtsnippers op de vloer. De belichting is vlak en kil.

De personages bewegen zich grotendeels met schuifelende passen en hebben kennelijk instructies gekregen om de zangersstand als uitgangspositie te nemen, wat betekent dat ze hun armen iets terzijde van het lichaam laten hangen, als teddyberen. Daar gaat weinig van uit. Wagemakers brengt wat leven in de brouwerij door Amelia te laten rondzeulen met een opgerolde deken, die blijkbaar een baby moet voorstellen, door het koor met stoelen te laten gooien en door de in het verhaal zo prijzenswaardig kuise Riccardo aan Ulrica te laten plukken.

In muzikaal opzicht is de voorstelling genietbaarder, al zijn de geleverde prestaties vooral degelijk. De Britse tenor Peter Auty (Riccardo) heeft een malse en expressieve tenorstem, maar er zijn momenten dat je je afvraagt of hij niet te veel van zichzelf vergt, anders dan tegenspeler Roland Wood (Renato), die vocaal gesproken een rots in de branding is. De Nederlandse Kelly God maakt indruk als Amelia, met haar sterke, dramatische sopraan. Het koor van de Reisopera weet zowel raad met de subtiele sonoriteiten als de keffende jubelzangen van Verdi, beter dan dirigent Antony Hermus en Holland Symfonia, die de instructies van de componist op degelijke wijze gestalte geven, maar niet veel affiniteit met het koloriet van de componist aan de dag leggen.

Dat de voorstelling toch een zekere voldoening nalaat, is dan ook te danken aan de componist zelf, wiens talent voor het combineren van meesterlijke muziek en een dramatische opbouw voelbaar is in elke seconde van die laatste bal- en moordscène.


© Frits van der Waa 2010