de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 15 maart 2010
Eenzame tonen en vuurwerk op een exotisch mondorgel
Ravel, Chin en Tsjaikovski door het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Jaap van Zweden. 13 maart, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 16/3, 20.00 uur.
De in Azië wijdverbreide sheng heeft zijn gelijke niet in de westerse cultuur. Het instrument mag met recht een mondorgel heten, want het bestaat uit een hele batterij staande bamboe pijpjes, die via een kalebas met mondstuk worden aangeblazen.
In elk pijpje zit een vingergaatje, en de pijp maakt pas geluid wanneer dat wordt afgesloten. Er zijn daardoor veel meer combinaties mogelijk dan op onze bescheiden mondharmonica. In feite lijkt de sheng daarmee meer op de accordeon, alleen heeft die een balg, terwijl de sheng op levende adem werkt.
Dat scheelt, zeker in handen van een zo wonderbaarlijke speler als Wu Wei. Samen met het Radio Filharmonisch Orkest tekende hij voor de eerste Nederlandse uitvoering van het sheng-concert Su van Unsuk Chin. Deze 48-jarige, in Berlijn gevestigde Koreaanse exploreert Wu's kwaliteiten tot op de bodem: eenzame tonen, klaaglijker dan Toots Thielemans ze ooit produceerde, miniclustertjes van op elkaar gestapelde toongroepjes, en keffend vuurwerk.
Chin vlecht hier met een scherp oor allerlei orkestrale timbres doorheen, zoals gierende strijkerswindvlagen, knisperend slagwerk, wringende klarinetten en doffe dreunen, met omwoelde stok opgerakeld uit het binnenwerk van de piano. Ondanks de exotische klank van de sheng doet het stuk eerder westers dan oriëntaals aan. Een extra verrassing is een ver orkestje dat vanaf het balkon ijle boventoonmengsels de zaal in laat waaien.
Aan verbeelding schort het Chin niet, maar de ontwikkeling van het werk doet tamelijk willekeurig aan, en het veelvuldig gebruik van lange liggende tonen, een soort muzikaal Pokon waarin alles wel wil gedijen, doet afbreuk aan de spankracht.
Het Radio Filharmonisch Orkest musiceerde op een niveau waartegen de vlakke declamatie van sopraan Measha Brueggergosman in Ravels Sheherazade ongunstig afstak. Pijnlijker was het krankzinnige geluidsniveau dat dirigent Jaap van Zweden in de hoekdelen van Tsjaikovski's Vierde uit zijn musici meende te moeten persen. Het wordt tijd dat de arbeidsinspectie eens poolshoogte neemt bij het Radio Filharmonisch. Dan kunnen ze meteen even meten of Jaap zelf nog wel hoort waarmee hij bezig is.
© Frits van der Waa 2010