Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 25 mei 2010

Overtuigende Figaro, met een ongewoon lichte bariton

Le Nozze di Figaro van Mozart, door Opera Zuid. 22/5, Parktheater, Eindhoven.

Heel in het begin van Le nozze di Figaro lijkt het of Opera Zuid een Wilders-karikatuur door het toneelbeeld laat lopen, maar de politiek in deze enscenering blijft, zoals het hoort, beperkt tot kritiek op het 18de-eeuwse verschil tussen de standen. De twee figuren met het gebleekte haar (een mimespeler en een zangeres) vertolken allebei de door puberaal liefdesvuur gegrepen page Cherubino. Op gezag van een 'theatermakersteam' (want deze enscenering is gemaakt door een collectief van vier ervaren dan wel aankomende regisseurs) zorgen ze voor visueel divertissement op de achtergrond. De zangeres, Karin Strobos, is zoals bijna alle Cherubino's vertederend adorabel.

Bewonderenswaardig zijn ook de prestaties van de bijna geheel Nederlandse zangersploeg. Figaro wordt gezongen door Martijn Sanders, die een bronzen basgeluid ten beste geeft en oogt als een jonger broertje van Arnold Schwarzenegger. Kim Savelsbergh is een Susanna met een frisse, klaterende sopraan, sprekende ogen en het voor deze rol benodigde uithoudingsvermogen. De Zuid-Afrikaanse sopraan Johanni van Oostrum geeft de partij van de Gravin, hoewel betrekkelijk bescheiden, met veel gevoel gestalte. Maar het meest verrassend is Willem de Vries, die voor de rol van graaf Almaviva een ongewoon lichte bariton heeft, maar desondanks op alle fronten overtuigt. Hij heeft ook een aristocratisch voorkomen, zodat het extra geestig is wanneer hij bij zijn pogingen om een verdachte kast in het boudoir van zijn eega te openen opeens een kettingzaag uit een tas haalt.

De vocale typecasting is een van de sterke troeven van Opera Zuid, het gezelschap dat – naar verhouding – voor een appel en een ei jaarlijks drie opera's produceert. In deze Figaro zit de kracht hem mede in de diversiteit van de gekozen stemtypen, waardoor ook in de soms wel zeven- of negenstemmige ensembles elke stem apart aanwezig blijft.

Vanuit de bak levert het Brabants Orkest, aangevoerd door Dirk Vermeulen, een aangename ondersteuning. Vermeulen heeft iets te vaak moeite om zangers en orkest bij elkaar te houden, maar compenseert dat met fraaie en onalledaagse accenten, tinten en tussenstemmetjes.

Zoals het een goede Figaro betaamt, zijn er veel subtiele grappen en kwinkslagen. Het simpele decor, een soort hekwerk dat wanden suggereert helpt daarbij. Zo is achter het hek een tuin zichtbaar, waar zich veel parallelhandelingen afspelen – soms iets te veel. Het is moeilijk om in de tweede helft het niveau van de wervelende eerste twee bedrijven vol te houden. De enige die daar geen last van heeft is Mozart.


© Frits van der Waa 2010